Hond met hondsdolheid aangetoond in Amsterdam
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft op woensdagavond 15 februari, bij een hond in Amsterdam hondsdolheid vastgesteld. Het hondje van 8,5 week oud, is inmiddels geëuthanaseerd. De GGD Amsterdam is diezelfde avond gestart met contactonderzoek. Inmiddels heeft zij alle mensen (circa 50 personen) die in contact zijn geweest met de hond opgespoord en gevaccineerd om te voorkomen dat ook zij ziek worden. De NVWA spoort dieren op die in contact zijn geweest met dit hondje. Het gaat niet alleen om honden, ook andere dieren kunnen besmet zijn. De NVWA heeft inmiddels 2 katten en 1 hond opgespoord die in contact zijn geweest met het hondje.
Hondsdolheid, ook wel rabiës genoemd, wordt veroorzaakt door een virus. Het virus wordt uitgescheiden in speeksel. Bij bijten, maar ook door likken kunnen mensen en dieren besmet raken. Al voordat dieren verschijnselen vertonen van hondsdolheid zijn ze besmettelijk voor hun omgeving.
De besmetting van hondsdolheid bij dit hondje is bevestigd door het Centraal
Veterinair Instituut in Lelystad. Bij een vermoeden van een dierziekte wordt dit
instituut altijd door de NVWA ingeschakeld om de monsters van het zieke dier te
onderzoeken.
Het hondje was gevonden in Marokko waar rabiës bij dieren voorkomt. Op 4 februari 2012 is het jonge hondje met een chip en een gezondheids certificaat vanuit Marokko naar Spanje vervoerd. Op 11 februari is de hond vanuit Spanje naar Nederland vervoerd. Sinds 1991 is er in Nederland geen hondsdolheid bij huisdieren aangetroffen. Regio’s in de directe omgeving waar nog hondsdolheid heerst zijn Oost Europa en Noord Afrika. Om mens en dier te beschermen tegen deze dierziekte gelden strenge eisen bij het importeren van (huis)dieren uit het buitenland.
Meer informatie:
Hondsdolheid (rabiës)
Rabiës wordt veroorzaakt door een virus, het Lyssa virus dat bij dieren kan voorkomen en op de mens kan worden overgedragen. Het virus bevindt zich bij besmette dieren onder andere in het speeksel en verspreidt zich na bijten of krabben via de zenuwbanen door het lichaam. Als het virus de hersenen bereikt ontstaan de kenmerkende gedragsveranderingen waar de ziekte zijn naam aan te danken heeft: hondsdolheid. Het virus kan behalve honden ook andere zoogdieren besmetten, inclusief de mens. Zonder tijdige behandeling verloopt hondsdolheid meestal dodelijk.
Een verwant virus komt voor bij sommige soorten vleermuizen. Aan deze diersoort heeft dit virus zijn naam te danken: het vleermuizen-lyssa virus, in de Engelstalige literatuur het ‘European bat lyssa virus’ (EBLV). Van dit virus dat ook in Nederland regelmatig voorkomt bij onder andere de laatvlieger (circa 20% besmet) zijn heel weinig gevallen bekend waarbij de mens na bijvoorbeeld een beet, ziek is geworden. Het lijkt er dus op dat dit virus minder agressief is voor mensen. Het blijft niettemin onverstandig om vleermuizen aan te raken. Zeker als zo’n diertje dat normaal erg schuw is opgepakt kan worden (gedragsverandering).