De meeste katers worden gecastreerd. Enerzijds om ze onvruchtbaar te maken, anderzijds om vechtgedrag en sproeigedrag te verminderen en hebben ze minder de neiging om te gaan struinen.
Voorbereiding voor de castratie van de kater
Bij castratie van een kater controleert de dierenarts bij de opname de algehele gesteldheid van de kater. Indien er geen afwijkingen aangetroffen worden, krijgt hij zijn pijnstiller. Deze wordt van tevoren gegeven, omdat dan de werking ten tijde van de operatie optimaal is.
Wanneer hij aan de beurt is, krijgt hij zijn narcose. Vanaf dat moment wordt de kater scherper in de gaten gehouden. Wanneer hij slaapt wordt begonnen met de voorbereiding.


Vervolgens gaat hij naar de operatiekamer. Daar krijgt hij zuurstof toegediend, wat het narcoserisico verlaagt. Daarna wordt het scrotum schoongemaakt en gedesinfecteerd. Bijzonder is, dat dit de enige operatie is waarbij geen steriele handschoenen nodig zijn. Wel dienen de handen met de juiste middelen gedesinfecteerd te zijn.

De daadwerkelijke castratie van de kater



Na de operatie van de kater
Na de castratie van de kater gaat hij weer naar de opname. Hier wordt hij getemperatuurd en zo nodig worden de ogen nog een keer gedruppeld. Vervolgens wordt zijn temperatuur in de gaten gehouden en bij afwijkingen wordt er ingegrepen. Meestal krijgt hij ook een prikje om wat sneller wakker te worden. Vanaf dat moment krijgt hij behalve nazorg ook regelmatig de nodige troost en liefde, mits hij daar behoefte aan heeft.
Wanneer de temperatuur goed blijft en de kater voldoende goed wakker is, mag hij naar huis.
Zoals na elke operatie, moet ook de kater na de operatie nog extra in de gaten gehouden worden door uzelf thuis. Hiermee wordt de kans op complicaties bij het herstel verkleint.
Een aantal aspecten voor de thuiszorg kunt u terugvinden in de onderstaande nazorgbrief.