Dit is een verzamelnaam voor verschillende erfelijke ontwikkelingsstoornissen van het ellebooggewricht.
Hieronder vallen bijvoorbeeld: LPA, LPC, OCD en incongruentie van het gewricht. Bij de eerste 3 afkortingen is er sprake van een los fragment in het gewricht. Het kan dan gaan om een botfragment (Los Processus Anconeus, Los Processus Coronoideus) of een kraakbeenfragment (OsteoChondrosis Dissecans). Bij de bovengenoemde term ‘incongruentie’ gaat het om een ongelijkheid; een niet goed passen van de gewrichtsvlakken.
Elleboog dysplasie wordt veel gezien bij de grotere rassen, zoals bijvoorbeeld bij de Rottweiler, Berner Sennenhond, Labrador retriever, New Foundlander, Duitse Herder, Basset Hound, etc.
Op 6 maanden leeftijd kunnen er al röntgenologische veranderingen zichtbaar zijn, alhoewel deze bij lichtere gevallen pas op 12-18 maanden zichtbaar zijn. In een aantal gevallen is de afwijking niet zichtbaar op een röntgenfoto en is er een botscan nodig.
Klachten die gezien kunnen worden zijn kreupelheid, pijnlijkheid, bepaalde bewegingen niet meer willen doen.
Vaak vormt zich bij ED veel slijtage in het ellebooggewricht wat weer tot allerlei klachten kan leiden.
Voor de preventie van deze problemen is het van wezenlijk belang om overgewicht en overmatige beweging te voorkomen. Verder is het raadzaam om in de fokkerij zoveel mogelijk gebruik te maken van ouders die röntgenologisch vrij zijn van deze aandoeningen.