Een maagdraaiing, ook wel maagtorsie, maagkanteling of volvulus genoemd, is een onder veel hondeneigenaren gevreesde aandoening. Bij dit syndroom vindt door nog onbekende oorzaken een abnormale ophoping van voedsel en gas plaats in de maag (dilatatie). Dit kan resulteren in een draaiing van de maag (volvulus).
De aandoening komt vooral voor bij honden van middelbare tot oudere leeftijd en dan vooral bij grote hondenrassen met een diepe borstkas. Dit betreft bijvoorbeeld de Duitse Herder, Duitse Dog, Ierse Setter en Weimaraner. Het kan echter ook gezien worden bij kleinere hondjes met een relatief diepe borstkast zoals de teckel.
Ook is aangetoond dat bij de Duitse Dog de kans op een torsie toeneemt met een factor 1,8 met elk jaar dat de honden ouder worden.

Verschijnselen
De verschijnselen treden meestal acuut op. De hond is onrustig, kokhalst, doet loze pogingen tot braken en kwijlt. De buik zet uit en de hond kan instorten en soms niet meer in de benen komen.
Bij klinisch onderzoek is sprake van een versnelde ademhaling en hartslag, bleke slijmvliezen en een zwakke pols. Doordat de maagdraaiing de doorbloeding afknelt, kan er te weinig bloed naar andere delen van het lichaam en raakt de hond in shock.

Diagnostiek
Bij een typisch beeld van de hiervoor genoemd signalement en verschijnselen, kan de diagnose vaak snel gesteld worden. Bij ernstige twijfel kunnen röntgenfoto’s van de buik gemaakt worden, dit geeft echter wel vertraging in de behandeling.

Therapie
Bij honden met een maagdraaiing moet met spoed worden gehandeld. Het is erg belangrijk om de hond te stabiliseren en de shock zoveel mogelijk te verhelpen totdat er tot verder handelen kan worden overgegaan. De hond krijgt, het liefst via 2 poten tegelijk, een stortinfuus. Soms is het wakker mogelijk om de hond te sonderen via de bek om gas en vloeistof af te laten komen. Bij een volledige torsie lukt dit niet doordat de slokdarm gedraaid zit.

Daarnaast is chirurgie essentieel om het dier te redden. Hierbij kan de maag teruggedraaid worden naar haar normale positie. Ook kan de maag worden vastgezet aan de buikwand, om de kans op recidief in de toekomst enorm te verkleinen. Tijdens de operatie kan ook worden bekeken of er delen van de maagwand afgestorven zijn en kunnen deze delen verwijderd worden. Soms is helaas de maag er zo slecht aan toe dat het dier niet meer te redden is.
Ook de milt kan beschadigen, doordat de doorbloeding afgekneld wordt of doordat de milt zelf meedraait en afsterft. Hierop dient dan besloten te worden om ook de milt te verwijderen.
Naast infuustherapie en chirurgie wordt pijnstilling, antibiotica, anti-misselijkheidsmedicatie en medicatie die de maaglediging stimuleert ingezet.
Prognose
Bij snel en adequaat handelen is er een overlevingskans van ongeveer 80%. Dat betekent dat grofweg 20% het sowieso niet zal overleven. Dit kan tijdens en vlak na de operatie zijn. Er is echter ook een deel dat binnen 3 dagen na de operatie komt te overlijden. Dit kan dan ten gevolge van sepsis (bloedvergiftiging), buikvliesontsteking of het afsterven van weefsels die door de eerdere shocktoestand te weinig zuurstof hebben gekregen.
De prognose wordt slechter wanneer er delen van de maag zijn afgestorven.
Preventie
De belangrijkste handeling om recidief te voorkomen is het chirurgisch vastzetten van de maag. Soms kan het vastzetten bij hoog risicorassen in overleg met de dierenarts op jongere leeftijd al preventief plaatsvinden. Belangrijk om te weten is dat na vastzetten er nog wel dilatatie van de maag op kan treden, maar de kans op draaiing sterk verkleind wordt.
Verder kan het thuis kan helpen om uw hond kleinere maaltijden te geven, verdeeld over de dag, een anti-schrokbak te gebruiken en minimaal één uur vóór en na de maaltijd uw hond niet wild te laten rennen of spelen. Bij de Duitse Dog is verder aangetoond dat het voeren van grote brokken/grof voer (groter dan 3 cm) de kans op een maagdraaiing kleiner maakt in vergelijking met het voeren met kleinere brokken/fijner voer.
