Oormijtinfecties komen bij het konijn regelmatig voor. Het is erg besmettelijk. Oormijt wordt veroorzaakt door de mijt Psoroptes cuniculi, die zich na aanprikken van de huid voedt met vloeistoffen die zich hierin bevinden. Bij het voeden produceren ze oplossende stoffen die bijdragen aan een heftige ontstekingsreactie.
Verschijnselen
Jeuk is het meest voorkomende verschijnsel, wat kan variëren van mild tot zeer hevig. Het konijn zal krabben aan de oren en schudden met de kop.
Door aantasting van de huid, direct door de mijt of door het krabben, ontstaat er uiteindelijk korstvorming, haarverlies en verdikking van de huid. Ook wordt de huid vatbaarder voor secundaire infecties, waardoor bacteriën voor verdere aantasting kunnen zorgen.
In sommige gevallen kan de infectie zich door wassen verspreiden naar andere regio’s op het lichaam. Zo kunnen het gezicht, gebied rond de ogen, de pootjes en het genitale gebied worden aangetast.
Bij ernstige infecties kan vermagering, sloomheid en zelfs sterfte optreden. Het is dan ook belangrijk om tijdig te behandelen. Maar het komt ook wel eens voor dat konijnen langere tijd geen symptomen laten zien, terwijl ze wel besmet zijn. Dit kan maanden tot wel jaren voortduren.


Diagnose
Het klinisch beeld geeft vaak al een duidelijke aanwijzing. De diagnose wordt bevestigd middels microscopisch onderzoek van materiaal uit de gehoorgang. De mijt is onder de microscoop duidelijk te zien.

Therapie
Oormijt is gelukkig goed te behandelen. Er zijn medicijnen beschikbaar die de oormijt doden. Soms is aanvullende therapie nodig in de vorm van pijnstilling om te ondersteunen bij pijn of ontsteking, of antibiotica bij een secundaire bacteriële infectie.
Ook is belangrijk om het verblijf van het konijn goed schoon te maken, aangezien de mijten tot wel 12 weken in de omgeving kunnen overleven. Als het konijn met andere konijnen samenleeft, moeten alle konijnen mee behandeld worden.
Prognose
Wanneer er tijdig wordt ingegrepen en adequaat wordt behandeld, is de prognose goed.
Preventie
Preventie is vooral gericht op het voorkomen van herinfectie, door bovengenoemde maatregelen.