Onder verenplukken, of pterotillomanie, wordt het zelf uittrekken of kapotbijten van de veren verstaan. Dit is een aandoening die bij ongeveer 10% van alle papegaaien voorkomt. De kop blijft hierbij normaal bevederd, de rest van het lichaam wordt kaal geplukt en dit gebeurt in het algemeen symmetrisch. Het kan zelfs zo ver komen dat de huid kapot wordt gepikt. Het probleem komt voornamelijk voor bij de Grijze Roodstaart en bij Kaketoes. Er mag pas van verenplukken gesproken worden, als andere oorzaken, zoals parasieten, tumoren of voedingstekorten uitgesloten zijn.
Er zijn verschillende factoren die mede een rol spelen bij het optreden van verenpikken. Stress, verveling, trauma, afwijkend dag- of nachtritme zijn een paar van die factoren. Een voorbeeld hiervan is voedsel zoeken. In het wild is een papegaai hier ongeveer 5-8 uur per dag mee bezig. In gevangenschap wordt deze tijd vaak grondig ingekort, doordat hij niet meer hoeft te zoeken. De overige tijd moet vervolgens gevuld worden. Andere gedragingen, zoals verenpoetsen, worden dan zeer langdurig uitgevoerd, met afwijkingen tot gevolg.
De behandeling van verenplukken is niet eenvoudig, denk maar aan de problemen bij mensen bij stoppen met roken of nagels bijten. Belangrijk is om altijd de voeding en de huisvesting zo optimaal mogelijk te maken. Verder moet het gedrag aangepast worden en dit vergt tijd.