Tetanus is een zeer ernstige aandoening en wordt veroorzaakt door de gifstoffen van de bacterie Clostridium tetani. De sporen van deze bacterie komen overal in de omgeving voor. Een mens of dier besmet zich met de sporen via een wond(je). Zo’n wond is bij verdenking op tetanus trouwens niet altijd terug te vinden.
De verschijnselen van tetanus kunnen na 5 dagen tot 3 weken zichtbaar worden.
De gifstoffen gaan via de zenuwbanen naar het centraal zenuwstelsel en veroorzaken daar de problemen die tot de typische klachten leiden.
Dit kunnen onder andere zijn: toevallen, stramme voortbeweging, ademhalingsproblemen en overdreven gevoelig reageren op geluid- en lichtprikkels. De bij deze ziekte bekende ‘kaakklem’ en de grimas is een gevolg van het stijf worden van de kauwspieren.
Indien er een wond aanwezig is dan zal deze verzorgd moeten worden. Verder moet de patiënt met ondersteunende maatregelen verpleegd worden. Antigif heeft alleen zin wanneer de gifstoffen nog in het bloed zitten; wanneer ze eenmaal in het centraal zenuwstelsel zitten zijn ze niet meer bereikbaar voor het antigif.
De prognose van tetanus kan meestal als voorzichtig gunstig gesteld worden, maar herstel kan weken duren. Soms sterft een patiënt aan een verkramping van de ademhalingsspieren.