
De gebeten hond
Het begin
Woody, een Maltezer-kruising uit Tiel, was aan het wandelen met zijn baasje. Er ontsnapte helaas een hond die direct bovenop Woody sprong, hem vastpakte en door elkaar schudde. Hierbij had Woody de pech dat hij niet zo groot was en de andere hond wel. Woody was dus de spreekwoordelijke “gebeten hond”. Wel verdedigde hij zich fel. Ook de eigenaar van Woody kwam er niet geheel ongeschonden vanaf en mocht zelf een ziekenhuisbezoekje brengen. Het is onduidelijk wie van de 2 viervoeters hier verantwoordelijk voor was.
Woody was toen hij bij ons in de praktijk kwam alert, bleek en wat slapjes. Hij ademde moeilijk en was erg buikpijnlijk. Onder de huid was veel lucht te voelen. Aan de buitenzijde waren er meerdere kleine gaatjes te zien.


Hieronder leek het weefsel echter toch aardig stuk te zijn. Op de röntgenfoto’s was te zien dat er meerdere ribben gebroken en verplaatst waren. Verder was er gelukkig geen vrij vocht in de borstholte te zien en was het middenrif niet gescheurd. Er werd besloten om een operatieve inspectie te gaan doen om een beter beeld te krijgen van de situatie en de wond te kunnen opfrissen. Voordat we daaraan begonnen is Woody gestabiliseerd met intraveneuze infusen, wat extra warmte en natuurlijk pijnstillers.
Woody heeft onze dierenarts vervolgens wel een uitdaging gegeven. In onze dierenartspraktijk hadden we vaker te maken gehad met een gebeten hond, maar het geval van Woody was toch apart.
De operatie

We startten met de linkerzijde van Woody. Na het openen van de flank trof de dierenarts een gat in de buikwand aan, waarbij de milt onder de huid was geschoven. De milt was licht beschadigd, maar bloedde niet meer. De spierlagen van de linkerflank waren grotendeels weg of omgevormd tot een klont gehakt. Dit liep zelfs door tot aan de wervellichamen. De vetlaag onder de huid was ook één grote ondefinieerbare moes.


Op dat moment dachten we wel even: ‘waar beginnen we aan’, maar we vonden dat we Woody toch een kans moesten geven.
Eén van de gedislokeerde ribdelen moest worden verwijderd. Daarna hebben we de organen zo goed mogelijk schoongemaakt en weer in de buikholte gestopt. Vervolgens zijn we alle flappen en losse stukken spier en huid zoveel mogelijk naar elkaar toe gaan hechten. Door de grootte hadden we wel het probleem, dat er soms meer spanning op weefsel stond dan gewenst. We hoopten dat de huid en de spieren enigszins wilde vastgroeien, waarbij de stukken die niet levensvatbaar zouden zijn, de buikholte lang genoeg zouden afsluiten om nieuw weefsel te laten vormen. We konden niet alle afwijkende huid en spieren weghalen, aangezien we de wond dan niet meer dicht konden maken. Qua onderhuids vetweefsel was niet te zeggen welk deel nog levensvatbaar was. Het vervelende was dat dat ook zou bepalen welk deel van de huid wel of niet zou gaan overleven. Voorlopig moesten we de wond zo lang mogelijk dicht zien te houden om te zorgen dat de buikwand zou kunnen sluiten.
Omdat de huid van bekken tot schouder losgescheurd was werden er verschillende drains aangelegd om vochtophopingen te voorkomen.

Hierna zijn we de rechterzijde gaan inspecteren. De buikwand was hier niet kapot, maar een deel van de buikspieren was stuk en het onderhuidse vetweefsel was ook hier tot moes vermalen.

Ook hier moesten we afwachten welk deel van de huid het zou gaan redden. Een deel werd verwijderd en daarna zijn er ook aan deze zijde onderhuidse drains geplaatst.

Direct na de operatie
Woody kwam goed door de operatie, alhoewel hij wel wat bleek was door de stress, pijnlijkheid en het bloedverlies. Nu kwam het grote wachten wat er zou gebeuren. Woody was natuurlijk erg pijnlijk. Bij een gebeten hond zijn de eerste dagen het ergste. Hij heeft een paar dagen in onze hondenopname vertoefd en we hebben hem zoveel mogelijk vertroeteld.
We zagen helaas al snel dat een groot deel van de huid links en een minder groot gedeelte rechts het niet ging overleven. We probeerden dit nog zo lang mogelijk te handhaven, zodat de buikwand de tijd kreeg om het gat met granulatieweefsel af te laten sluiten. Dit granulatieweefsel is de voorloper van het definitieve weefsel. Het zou dan eventueel mogelijk zijn om via een nieuwe operatieve ingreep de wond met andere delen van de huid te bedekken.


Ten tijde dat de huid echt ging vervloeien en los ging laten bleek dat er, door het formaat van het gat, geen huid genoeg meer over was voor chirurgische reparatie. De wond moest dus via een genezing per secundam gaan herstellen.
De wondgenezing per secundam
Gelukkig hebben we de nodige ervaring met wondgenezing per secundam. Hiervoor hebben we vele verschillende soorten verband in huis. We wisten dat de genezing veel tijd in beslag zou gaan nemen, maar we wilden de genezingstijd wel zoveel mogelijk verkorten. Dus hebben we een investering die voor later gepland stond, voor Woody vervroegd. We hebben de mogelijkheid van een laserbehandeling in huis gehaald.
Toen begon het traject van verbandwisselingen en laserbehandelingen. Wat we ook deden, Woody bleef erg blij binnenhollen. Deed je hem pijn dan kon hij pinnig reageren, maar daarna was hij het direct weer vergeten en dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven.
Eerst kregen we te maken met het verlies van alle niet-levensvatbare huid en met pusophopingen. Tegen de tijd dat deze weg waren, bleek de buikholte gelukkig gesloten. Alleen ter hoogte van de rugspieren was er nog een holte die opgevuld moest worden.


We hebben steeds op basis van het aspect van de wond en de genezingstendens de gebruikte verbandmiddelen gewisseld. Dit omdat elk type wond en stadium van de wondgenezing een ander verbandmiddel behoeft.


Met behulp van de ingestelde behandeling vulde de wond zich met mooi fris herstelweefsel. Op het moment dat de buikwand bestond uit fris granulatieweefsel zagen we dat de huidranden vast kwamen te zitten. Daarna begon de huid steeds verder op te kruipen en de wond te sluiten. Hierna zagen we de gaten steeds kleiner worden.



Aan de rechter kant was het gat het kleinst en deze zat dan ook als eerste dicht. De linker kant ging voorspoedig door met het herstel en sloot ook netjes. We moesten wel af en toe wat haren wegknippen die in de wond kwamen.




Uiteindelijk is alles mooi dichtgegroeid. Wel heeft Woody nog een wespentaille, mogelijk dat dit in de toekomst nog wat zal wegtrekken. Opvallend is verder dat de vacht op de betreffende plek een andere kleur heeft gekregen en dat de littekens verbazend klein zijn geworden.


Eind goed al goed
Het is duidelijk dat de ene gebeten hond de andere hond niet is, Woody heeft laten zien dat zelfs in hele ernstige vormen er nog een kans is. Het kost alleen wat meer tijd (in zijn geval van bijtwond tot complete genezing 2,5 maand), geduld en doorzettingsvermogen.
Gelukkig voor Woody was het baasje heel gemotiveerd en gelukkig voor het baasje en ons was Woody een geduldige en voorbeeldige patiënt.
Wat betreft Woody zelf, die komt nog even vrolijk binnen rennen. Hij is hier zeker geen watje van geworden, indien we hem een prikje moeten geven moeten we hem goed vasthouden, verder kan je weer alles met hem doen.
