Ga naar de inhoud

Blaasontsteking

Blaasontsteking komt regelmatig voor bij de hond en de kat. Bij een blaasontsteking is de blaaswand geïrriteerd, wat voor ongemak en pijn kan zorgen.

Verschijnselen

De verschijnselen van blaasontsteking kunnen zijn: in huis plassen, veel aandrang hebben en veelvuldig kleine plasjes doen.

hero afbeelding ziekten
Dierenkliniek Tiel-Drumpt: Blaasontsteking bij de hond en de kat, een ongelukje

Ook kan er sprake zijn van rode of troebele urine. Katten kunnen soms klaaglijk miauwen tijdens het plassen.Bij honden is er vaak sprake van een bacteriële infectie als oorzaak. Omdat bij teefjes de plasbuis korter is dan bij reutjes, komt blaasontsteking vaker bij teefjes voor.
Bij katten is meestal sprake van een “steriele” blaasontsteking, zonder bacteriële infectie. Bij hen is stress of blaasgruis vaak de boosdoener.
Bij beiden kan ook sprake zijn van een aangeboren anatomische afwijking.

Diagnose

De diagnose wordt gesteld op basis van urineonderzoek.

Dierenkliniek Tiel-Drumpt: Blaasontsteking bij de hond en de kat: testen
Een onderdeel van het urine onderzoek is het beoordelen van de strip.

Naast het bevestigen van de diagnose kunnen er aanwijzingen gezien worden voor de onderliggende oorzaak. Bij de hond worden veel witte bloedcellen gezien in verband met bacteriële infectie. Bij de kat worden vooral rode bloedcellen gezien. Wanneer er sprake is van blaasgruis dan is dit meestal ook onder de microscoop in de urine zichtbaar in de vorm van kristallen. Het type blaasgruis kan meestal door de vorm van de kristallen bepaald worden.

Dierenkliniek Tiel-Drumpt: Blaasontsteking bij de hond en de kat: blaasgruis

Een echo van de urinewegen is sterk aan te raden bij regelmatig terugkerende blaasontstekingen, atypische uitslagen van het urineonderzoek of bij blaasgruis. In het laatste geval kunnen er namelijk stenen in de blaas zitten. Ook wordt met de echo gekeken naar eventuele anatomische afwijkingen.
Als nodig, bijvoorbeeld bij blaasontstekingen die niet goed reageren op de ingestelde therapie, kan tijdens de echo op steriele wijze de blaas worden aangeprikt om urine af te nemen voor een kweek. Er wordt dan onderzocht of er een bacterie in aanwezig is en voor welke antibiotica deze gevoelig is.

Therapie

De therapie is afhankelijk van de diersoort en de bevindingen bij het urineonderzoek.
Bij blaasgruis is het overzetten op een blaasgruisdieet essentieel. Bij deze voedingen kan sprake zijn van het ontbreken van bouwstoffen voor gruis en/of het dieet kan als doel hebben de zuurgraad of de mate van concentratie van de urine aan te passen. Welk voer de voorkeur heeft en of het goed zal werken hangt sterk af van het type blaasgruis.
Wanneer er sprake is van grotere blaasstenen die niet met behulp van voeding kunnen oplossen, of blaasstenen die sowieso niet op te lossen zijn, dan is een operatie nodig om deze te verwijderen.

Prognose

De prognose is sterk afhankelijk van de oorzaak en in hoeverre deze opgelost kan worden. De “simpele” blaasontstekingen zonder blaasstenen of anatomische afwijkingen hebben met medicatie een goede prognose. Wel blijft er altijd kans op recidief.

Preventie

Blaasontstekingen zijn niet altijd te voorkomen. Bij dieren die gevoelig zijn voor het ontwikkelen van blaasontsteking kan het helpen om ze meer te laten drinken en stress te vermijden.