Epilepsie
Epilepsie is een aandoening die voorkomt bij hond en kat. Bij de hond komt het vaker voor dan bij de kat.
Bij honden zijn er 2 vormen van epilepsie: primair en secundair. Bij jonge honden komt de primaire vorm het meeste voor, dit heeft vaak een erfelijke component. Het komt vaker voor bij bijvoorbeeld Border Collies, Beagles, Golden Retrievers en Ierse Setters
Bij oudere honden komt de secundaire vorm het meest voor; dit betekent dat er een onderliggende oorzaak is voor de epilepsie. Dit kan een probleem zijn in de kop, maar ook elders in het lichaam. Het is dan ook verstandig het dier klinisch te laten onderzoeken en om bloedonderzoek te doen.
Met een bloedonderzoek kunnen aanwijzingen worden verkregen voor een onderliggende oorzaak, zoals: leverproblemen, hypoglycemie (te laag suiker) en infectie.
Bij katten is de kans groter dat de epilepsie secundair is (ongeveer 2/3 van de gevallen), dus dat er een onderliggende oorzaak is in de kop of elders in het lichaam.
Een epileptische aanval treedt meestal onverwacht op, vaak vanuit rust (bijvoorbeeld vanuit slapen). Het kan echter ook op andere momenten optreden. Een dergelijke aanval kan er heftig uit zien: vaak treedt er bewustzijnsverlies op, klappertanden, kwijlen en bewegingen met de poten. Een epileptische aanval kan er bij ieder dier anders uit zien. Sommige dieren kunnen meerdere aanvallen kort achter elkaar krijgen, dit wordt clusteren genoemd.
Epilepsie heeft verschillende fases: Dit noemen we de pre-ictale, ictale en post-ictale fase.
- De pre-ictale fase treedt vóór de ‘aanval’ op. Het dier is dan vaak onrustig en kan aanhankelijker of juist afstandelijker zijn dan normaal.
- De ictale fase is de ‘aanval’ zelf, hoe dat eruitziet kan per dier verschillen.
- De post-ictale fase is de fase na de ‘aanval’. Dit is vaak te herkennen aan veel dorst en honger, onrust, uitgeput zijn. Ze herkennen u dan soms ook minder goed als eigenaar. Soms kan er zelfs sprake zijn van agressie.
Mocht uw dier een aanval krijgen, probeer dit dan te filmen en de tijd op te nemen. Beeldmateriaal kan verhelderend zijn tijdens een consult.
Het is belangrijk om niet bij de bek in de buurt te komen, een hond of kat verliest namelijk de controle en kan dus onverwacht ‘bijten’. Loslaten lukt vaak niet, omdat het dier geen controle meer heeft. Het is wel verstandig om uw dier op een plek neer te leggen waar hij/zij zich niet kan verwonden.
Diagnose
Voor een diagnose is de leeftijd van het dier belangrijk en het uitsluiten van onderliggende oorzaken door klinisch onderzoek en bloedonderzoek. Beeldmateriaal zoals filmpjes kunnen helpen om de diagnose te stellen. Meestal zijn er geen neurologische problemen tijdens het lichamelijk onderzoek te ontdekken als de hond of kat geen aanval heeft. Voor het vaststellen van een onderliggende oorzaak in de kop kan er ook doorverwezen worden naar een specialist neurologie voor een MRI-scan van de schedel.
Behandeling
Als er een onderliggende oorzaak wordt gevonden, moet er bepaald worden welke behandeling het best passend is.
Bij primaire epilepsie kunnen verschillende soorten medicatie in worden gezet. Aan de hand van de frequentie en de ernst van de aanvallen wordt bepaald of er een behandeling moet worden ingezet. Bij de behandeling is het doel dat er zo min mogelijk epileptische aanvallen plaatsvinden. Voor de behandeling kunnen verschillende soorten medicijnen gebruikt worden.
In het geval van het behandelen met phenobarbital is het mogelijk om de concentratie in het bloed te bepalen, dit wordt ook wel de ‘phenobarbital spiegel’ genoemd. Aan de hand van deze waarde kan bepaald worden of de dosering goed is, of dat de dosering verhoogd of verlaagd moet worden, om een zo optimaal mogelijke behandeling te bereiken, met zo min mogelijk epileptische aanvallen.