Ga naar de inhoud

Gebitsproblemen

Konijnen hebben in de bovenkaak 2 snijtanden, 2 stifttandjes, geen hoektanden, maar wel 12 kiezen  (6 aan elke kant). De onderkaak bevat 2 snijtanden en 10 kiezen, maar geen stift- of hoektanden. De tanden en kiezen van deze dieren groeien hun hele leven door, de snijtanden zelfs 2-2,4 mm per week.
De beste manier om deze groei onder controle te houden is het eten van ruwvoer, zoals vers gras, hooi en stro. Door de kauwbewegingen van de kaken slijten de kiezen op elkaar af, maar ook de stevige structuur van de voeding heeft een slijtende werking. De snijtandjes slijten af door het bijten in voeding, maar konijnen kunnen ook incidenteel zelf de snijtanden over elkaar schuiven om ze af te slijten.

hero afbeelding ziekten

Problemen bij het gebit ontstaan als de tanden en kiezen niet, onvoldoende of afwijkend op elkaar afslijten. Dit kan bijvoorbeeld door een tijdelijk probleem, zoals slechte eetlust door ziekte. Het kan echter ook een genetisch probleem zijn (bijvoorbeeld bij dwergrassen), door verkeerde voeding, door trauma of door ontsteking van de wortels.

Symptomen

Gebitsproblemen bij konijnen kunnen heel sluimerend aanwezig zijn. Konijnen zijn prooidieren en laten daardoor minder gemakkelijk zien dat ze ergens last van hebben. Signalen dat er iets mis is, zijn o.a. vermageren, minder eetlust, kwijlen (er kan dan een natte kin te zien zijn), zichzelf minder goed verzorgen, de ochtendontlasting niet opeten of zichzelf afzonderen. Zwelling van de kaaklijn kan ook voorkomen. 
Het doorgroeien van de snijtanden is gemakkelijk te herkennen aan de zogenaamde ‘olifantstanden’, waarbij de snijtanden van de onderkaak voor de neus langs groeien en de bovensnijtanden een krul naar binnen maken.

Dierenkliniek Tiel-Drumpt: De zogenaamde olifantstanden bij het konijn.
Diagnose

Een gebitsinspectie hoort bij het onderzoek van een konijn. Dit kan bij het wakkere dier, maar hierbij zijn niet alle delen van het gebit goed te zien. Er is daarvoor een inspectie onder sedatie nodig. Dit doen we meestal met alleen gasnarcose. Bij deze inspectie kunnen er scherpe haken opvallen, die ofwel in het zachte slijmvlies van de tong prikken (bij de onderkiezen), of in de wang wonden kunnen veroorzaken (bij de bovenkiezen). 

haken op de kiezen van het konijn moeten verwijderd worden.
Behandeling/therapie

Zodra een dier onder narcose is gebracht en de haakjes zichtbaar zijn, kunnen deze weggefreesd worden met een speciale frees. Hierbij moet natuurlijk het slijmvlies ontzien worden. Het is belangrijk om de tong en de wang te beschermen tegen verdere beschadiging tijdens de behandeling. Het konijn krijgt pijnstilling en eventueel een middel om het maag- en darmstelsel op gang te houden, aangezien dit voor een konijn essentieel is. 
Na de gebitsbehandeling is het van belang dat ze zo snel mogelijk weer voldoende voeding krijgen. Soms is het nodig om nog een paar dagen vloeibare dwangvoeding bij te geven, naast pijnstilling. Zodra de pijnlijke haakjes verwijderd zijn, zal het gelukkig een stuk minder problematisch zijn om zelfstandig te eten, of voeding via een spuitje te accepteren. Toch zijn gebitsproblemen bij konijnen een zorgelijke aandoening, aangezien de dieren door het sluimerende karakter vaak al verder verslechterd zijn dan ze in eerste instantie laten zien.

Prognose

Zeker bij dieren die door standsafwijkingen problemen met hun gebit hebben gekregen, is de kans op recidive groot. Bij sommige konijnen betekent dit dat ze levenslang met regelmaat onder sedatie zullen moeten om hun kiezen weer recht te frezen. Ook kan het zijn dat de conditie van het dier al zover achteruit is gegaan, dat ze ondanks hun gerepareerde gebit alsnog achteruitgaan.