Ga naar de inhoud

Ziekte van Addison

Een andere naam voor de ziekte van Addison is hypoadrenocorticisme.
Bij de ziekte van Addison maakt de bijnier te weinig van de bijnierschorshormonen cortisol en adrenaline. Dit kan met een afwijkende functie van de bijnier zelf te maken hebben of van het aansturende hormoon ACTH vanuit de hersenen (hypofyse). In 90% van de gevallen betreft dit een immuungemedieerd probleem, waarbij de bijnierschors door het eigen lichaam wordt afgebroken.

hero afbeelding ziekten

De aandoening komt gelukkig niet zo vaak voor, maar als het voorkomt zijn het voornamelijk vrouwelijke dieren, rond 4 jaar oud. Bij honden komt de aandoening vaker bij Poedels voor, maar tegenwoordig ook vaak bij Labradoodles. Bij de kat is het nog zeldzamer dan bij de hond.

Verschijnselen

De ziekte van Addison kan een grote variatie aan verschijnselen laten zien. Er treedt in het algemeen vermoeidheid en dufheid op. Verder hebben de dieren last van uitdrogingsverschijnselen en spierzwakte door de elektrolytendysbalans (verhoogd kaliumgehalte gecombineerd met een normaal of verlaagd natriumgehalte), slecht eten en overgeven. De meeste dieren kunnen lange tijd de tekorten in hun hormonen op andere manieren compenseren, waardoor ze vaak ineens instorten. Hierbij kan een afwijkende hartslag gehoord worden, naast heftig braken.

Diagnostiek

De ziekte van Addison, zeker als het dier in een crisissituatie wordt aangeboden in de dierenartsenpraktijk, lijkt op verschillende andere aandoeningen, zoals nierfalen, een verstopping in de darmen, acute maag-darmontsteking en acute alvleesklierontsteking. Dit maakt de diagnose Addison een stuk lastiger. Aanvullend onderzoek wordt uitgevoerd om in eerste instantie de andere aandoeningen uit te sluiten. Dit is vaak bloedonderzoek, een echo van de buik en eventueel een röntgenfoto van buik of borstkas. 
Om de definitieve diagnose Addison te krijgen kan er een ACTH-stimulatietest worden uitgevoerd. Hierbij wordt er bloed afgenomen, waarna er ACTH-hormoon intraveneus wordt ingegeven. Na 90 minuten wordt er opnieuw bloed afgenomen. Beide bloedmonsters worden ingestuurd naar het laboratorium om het cortisolgehalte te bepalen. Bij een gezond hond moet ACTH voor een stimulatie van de bijnier zorgen, waardoor de cortisolconcentratie in het bloed gaat stijgen. Het 2e monster (na 90 minuten) moet dan ook flink verhoogd zijn t.o.v. het eerste monster. Bij Addison kan de bijnier echter geen cortisol produceren, waardoor het 2e monster ongeveer gelijke waardes cortisol laat zien. Deze zullen dan sowieso ook erg laag zijn. 

Therapie

Vaak worden dieren die in shock worden binnengebracht met verdenking op Addison al daarvoor behandeld, voordat de uitslag van het bloedonderzoek bekend is. Het voornaamste doel is namelijk in eerste instantie om de extreme uitdroging op te heffen en de negatieve natriumbalans te corrigeren met corticosteroïden en intraveneus vocht. Dit kan geen kwaad, mocht de diagnose uiteindelijk toch anders uitvallen.
De behandeling van de ziekte van Addison is een levenslange therapie, met 3 soorten medicijnen; glucocorticoïden, mineralocorticoïden en natriumchloride. Daarbij moet er met regelmatige intervallen bloedonderzoek gedaan worden om te controleren of de dosering van de medicatie nog optimaal is, of aangepast moet worden.
In tijden van stress, zoals maag-darmaandoeningen, koorts of operaties, zal de dosering glucocorticoïden verhoogd moeten worden.

Prognose

Indien de medicatie goed toegediend kan blijven worden, is de prognose goed. Het dier kan dan in principe een ‘gewoon’ leven leiden.