Ga naar de inhoud
hero afbeelding blog

Het koppelen van konijnen: het hoe en waarom!

Dierenkliniek Tiel-Drumpt: Het koppelen van konijnen. Konijnen leven graag samen.

Heeft u een konijn of denkt u na over het aanschaffen van een konijntje, dan is het verstandig stil te staan bij een aantal zaken rondom het koppelen van konijnen. Daarom hieronder een aantal dingen voor u op een rijtje.

Het konijn, een gezelschapsdier

Konijnen leven in het wild in groepen en zijn echte gezelschapsdieren. Het liefst delen zij hun hok met een maatje. Op deze manier houden ze elkaar gezelschap, maar vaak krijgen ze ook meer beweging door samen te spelen of te rennen, wat weer goed is voor de darmwerking, de spieren en de botten. Buiten kunnen konijntjes elkaar warm houden als het kouder wordt. Bij het houden van meerdere konijnen is het echter belangrijk om te weten dat niet alle combinaties van konijnen goed werken! Sowieso kunnen deze dieren niet van het één op het andere moment samen worden gezet en is het koppelen altijd een proces dat tijd en aandacht vraagt. Het is daarom belangrijk de informatie over de koppeling hieronder door te nemen, mocht u meerdere konijntjes willen houden. Het is het konijnengeluk van het leven met een maatje echter meer dan waard. Indien het niet mogelijk is meer dan één konijn te houden, dan geniet het konijn het liefst dagelijks van uw aandacht als onderdeel van het gezin.

Het koppelen van konijnen

Voor konijnen is het erg belangrijk met één of meerdere andere konijnen samen te leven. Het zijn immers groepsdieren. Echter, het is niet zo dat alle konijnen zomaar bij elkaar kunnen worden gezet. Konijnen moeten gekoppeld worden, dat wil zeggen dat ze de tijd krijgen om langzaam aan elkaar te wennen en dat we alle omstandigheden zo gunstig mogelijk houden om de koppeling goed te laten verlopen.

Het koppelproces

In veel konijnenopvangcentra is het mogelijk uw konijn mee te nemen om ter plekke te kijken of er een konijn is waarmee een goede koppeling kan plaatsvinden. Veel van deze organisaties beschikken over een eigen koppelruimte. Het is ook mogelijk thuis een koppelruimte te maken, waarbij een aantal zaken in acht moeten worden genomen, die u hieronder terugvindt.

De konijnen

De combinatie van een gesteriliseerde voedster met een gecastreerde ram geeft de meeste kans op succes. Op die manier kan er geen vruchtbare paring plaatsvinden, zal de ram niet steeds op de voedster willen rijden en zal de voedster een gelijkmatiger karakter hebben, wanneer ze geen last meer heeft van hormoonschommelingen. Ook zijn beiden dan minder territoriaal. Mocht u toch kiezen voor de combinatie van twee voedsters, dan kan sterilisatie de kans op een goede koppeling vergroten, naast het feit dat voedsters door sterilisatie beschermd zijn tegen baarmoederkanker. Alsnog kan het wel intensief zijn twee gesteriliseerde voedsters te koppelen.

De ruimte

Zorg voor een neutraal terrein waar het koppelen kan plaatsvinden, dus een ruimte waar geen van beide konijnen ooit is geweest. Deze ruimte moet minstens 2×2 meter zijn, bij grote konijnen liefst nog groter. De konijnen moeten niet gedwongen worden dicht op elkaar te zitten maar moeten elkaar ook niet steeds kunnen blijven ontlopen. Zorg dat er geen krappe verstopplekjes zijn, een kartonnen doos of iets dergelijks waardoor ze even uit elkaars zicht kunnen zitten is wel aan te raden. Leg wat verse plukken hooi en eventueel iets lekkers (waar de konijnen al aan gewend zijn!) in de ruimte. Knabbelen zorgt voor afleiding en kan bijdragen aan het scheppen van een band. Plaats ook een schone toiletbak in de ruimte. Wees erop voorbereid dat konijnen erg fel kunnen reageren of heftig kunnen gaan vechten. Zorg daarom dat u makkelijk van buitenaf bij de konijnen kan komen mocht het nodig zijn in te grijpen en houdt een plantenspuit met water en een paar dikke handdoeken of ovenhandschoenen bij de hand. Het is verstandig initieel een tijdelijke scheiding in de koppelruimte te maken, bijvoorbeeld door middel van gaas. Hierdoor kunnen de konijnen eerst wat veiliger aan elkaars aanwezigheid wennen. Zolang ze nog niet gekoppeld zijn moeten de konijnen naast de koppelruimte ook elk een eigen apart hok houden, waar zij in kunnen verblijven wanneer u er niet bij bent. Daarbij is het belangrijk dat ze niet constant in elkaar zicht hoeven te zitten.

De kennismaking

Wanneer de konijntjes samen in de koppelruimte worden gezet, zullen ze gaan kennismaken. Meestal begint het met snuffelen, en daarna proberen ze op elkaar te rijden om de rangorde te bepalen. Rijdt het ene konijn op het hoofd van de ander, duw deze er dan wel af omdat het onderste konijn dan kan bijten. De konijnen gaan hierbij vaak ook om elkaar heen cirkelen, wat ‘vlinderen’ wordt genoemd. Wanneer één van de twee dit niet snel opgeeft kan er een gevecht ontstaan. Wees hier bedacht op. Er kan soms tijdens het proces kort naar elkaar worden gebeten, waarbij een stukje van de vacht wordt uitgetrokken. Zolang het hierbij blijft is dat niet erg, de konijnen moeten onderling uitmaken wie de baas is. Wordt het feller, probeer de konijnen dan af te leiden met geluid of iets lekkers. Is één van de 2 erg fel, gebruik dan voor dit konijn de plantenspuit. Wanneer het echt een gevecht dreigt te worden (oortjes naar achter, staartje omhoog) dan moet er direct worden ingegrepen, door met handschoenen de konijnen uit elkaar te halen.

Succesvolle koppeling

Tekenen die wijzen op een goed koppelproces zijn de volgende:

  • elkaar met rust laten om even wat te eten of zich te wassen
  • op een ontspannen manier apart van elkaar zitten en niet continu de ander in het oog houden
  • languit gaan liggen
  • samen aan iets te eten knabbelen
  • elkaar likken. Het konijn dat de ander likt is onderdanig.
Dierenkliniek Tiel-Drumpt: Het koppelen van konijnen kan soms lastig gaan. Maar het is het meestal uiteindelijk wel waard.
Het vervolg

Als de eerste ontmoeting goed gaat, zet de konijnen dan eerst een paar keer per dag even bij elkaar in koppelruimte. Hoe lang en hoe vaak hangt af van hoe goed het contact verloopt. Gaat het heel goed, laat ze dan bij elkaar zolang u erbij kunt zijn. Gaat het minder soepel, houdt de momenten dan kort en bouw het langzaam op. Haal ze bij vechten altijd meteen uit elkaar. Jaagt het ene konijn de ander steeds op, probeer het jagende konijn dan steeds af te leiden of haal ze uit elkaar.
Het koppelproces kan zeer snel gaan, maar kan ook dagen tot weken in beslag nemen. Als de koppeling geslaagd is, de konijnen samen liggen en elkaar wassen, en er geen vechten, najagen of rijden plaatsvindt kunt u de konijnen verplaatsen van de koppelruimte naar het uiteindelijke verblijf. Zorg er wel voor dat dit schoon is en geen geur meer van uw eerste konijn bevat, door bijvoorbeeld water met azijn te gebruiken. Na de verhuizing is het wel belangrijk om er in het begin steeds bij te blijven, omdat de konijnen soms opnieuw weer even moeten uitmaken wie de baas is.

Overige tips
  • als u al één konijn in huis heeft en u wilt er een maatje bij, laat het nieuwe konijntje dan eerst een paar dagen aan u en de omgeving wennen. Doe dit ook als u ineens 2 nieuwe konijnen aanschaft. Enkel bij hele jonge konijntjes (<3mnd oud) kunt u ze meteen bij elkaar zetten. Blijf er dan initieel wel bij en houdt er rekening mee dat met ouder worden de situatie kan veranderen. En castreer rammelaars en voedstertjes tijdig.
  • indien u met uw konijn naar een opvang bent geweest en daar een goede koppeling is geweest met een maatje, neem de konijntjes dan mee naar huis in aparte reismandjes en laat ze thuis langzaam verder aan elkaar wennen. Vaak gaat dit wennen soepeler als u een voedster had en hier een rammelaar bijzet dan andersom. Als de eerste koppeling erg goed verliep kunt u ze thuis in de koppelruimte meteen bij elkaar zetten, maar blijf er wel bij. Gaat het niet goed, zet de konijnen dan tijdelijk apart (waarbij ze elkaar nog wel moeten kunnen blijven zien) en probeer het later nog eens. Gaat het wel goed, houdt ze dan wel in de koppelruimte maar zet ze apart op de momenten dat u er niet bij kunt zijn.
  • verliep de eerste ontmoeting in de opvang minder soepel, laat de konijntjes dan eerst in aparte hokken thuis verder aan elkaar wennen. Belangrijk is dat ze elkaar wel kunnen zien en ruiken. Gaat dit goed, zet ze dan af en toe in elkaars hok om aan elkaars geur te wennen. Is er nog steeds agressie, zet de hokken dan wat verder uiteen. Helpt ook dit niet, dan is de kans dat er nog een geslaagde koppeling zal volgen erg klein.
Tot slot

Let altijd op de gezondheid van de konijnen. Koppel nooit konijntjes als u het idee heeft dat één van de twee niet helemaal in orde is. Koppelen kan stressvol zijn. De konijnen moeten goed blijven eten en drinken en moeten goed blijven keutelen.