Het laatste bericht inzake vogelgriep bij kittens in Nederland
Kittens besmet met hoogpathogene vogelgriep H5N1 in Nederland
Op 19 november 2025 is monstermateriaal afkomstig van twee kittens, van ongeveer 2 maanden oud, positief getest op hoogpathogene vogelgriep (HPAI), H5N1. Dit is de eerste bekende casus van een HPAI H5N1-besmetting bij katten in Nederland. In verschillende andere landen zijn eerder besmettingen gemeld van HPAI bij katten.
Het gaat om een nest van 8 kittens, geboren eind augustus 2025. Er zijn ondertussen 6 kittens overleden waarvan er bij 2 H5N1 is aangetoond. Bij de andere 4 is het niet onderzocht. Doordat de verschijnselen niet specifiek zijn, is de diagnose gemakkelijk te missen. De 4 overleden kittens vertoonden wel neurologische verschijnselen en krachtverlies, iets wat ook bij H5N1 gezien wordt. In dit geval heeft de besmetting mogelijk plaatsgevonden doordat de moederkat een karkas van een wilde vogel heeft meegenomen, die ze waarschijnlijk hebben opgegeten. De gedachte is nu dat deze vogel besmet is geweest.
De volwassen katten, die op de locatie aanwezig waren, inclusief de moederkat, zijn ook bemonsterd en deze bleken negatief voor het HPAI H5N1.
De GGD heeft contact gehad met de baasjes en niemand heeft klachten ontwikkeld. Omdat de incubatieperiode is verstreken is de verwachting dat er ook geen klachten meer gaan ontwikkelen.
Uit fylogenetische analyse blijkt dat het virus clustert met de virussen die momenteel in Nederland en andere Europese landen circuleren, zowel bij wilde als gehouden vogels.
Het voorkomen
Het is bekend dat katten, net als andere zoogdieren, vogelgriep kunnen krijgen. Dit is de eerste keer dat het HPAI H5N1-virus is aangetoond bij een Nederlandse kat. In Nederland is het virus wel gevonden in onder andere vossen. In verschillende andere landen zoals Polen, Frankrijk, de Verenigde Staten en Zuid-Korea, zijn eerder meldingen geweest, waarbij katten verschijnselen vertoonden passend bij vogelgriep en dood zijn gegaan aan het virus. In februari 2025 zijn in België twee katten met vogelgriep besmet geraakt op een pluimveebedrijf. Deze katten vertoonden ernstige symptomen en zijn geëuthanaseerd. Dit was het eerste bekende geval van vogelgriep bij katten in België. Bij deze casus werd als mogelijke besmettingsbron aan het eten van besmette eieren of het drinken van besmet water gedacht.
Bij infecties van katten in Zuid-Korea en de Verenigde Staten is vastgesteld dat de besmettingsbron het eten van rauw vleesvoeding was.
Ondanks dat dit de eerste kat is met verschijnselen in Nederland, zijn er al wel vaker antilichamen aangetoond tegen H5 aviaire influenza.
Er zijn verschillende onderzoeken gedaan. In het eerste onderzoek werden bij 11,8% van zwerfkatten in de periode van 2020-2023 H5-antilichamen aangetoond. In het tweede onderzoek in de periode januari-augustus 2024 werd bij 2,8% van huiskatten die buitenkomen H5-antilichamen aangetoond. Vergelijkbare percentages werden gevonden bij honden in de periode van 2021-2023: bij 13,3% van de jachthonden en 3,7% van de huishonden werden antilichamen tegen H5 aviaire influenza aangetoond. Deze honden en katten vertoonden geen verschijnselen passend bij vogelgriep en er werd ook geen genetisch materiaal van het HPAI H5N1-virus gevonden in deze honden en katten.
Meldplicht
Wanneer er een positief onderzoeksresultaat wordt gevonden dan is het laboratorium en/of de dierenarts, sinds juli 2023, verplicht dit te melden bij de NVWA. Het gaat zowel om monsters van levende als ook dode dieren.
Er hoeft geen melding gedaan te worden over verdachte klinische verschijnselen. Het gaat alleen over een positieve testuitslag.
Met uitzondering van pluimvee, bij klinische verschijnselen van pluimvee moet er wel altijd een melding bij het NVWA gedaan worden.
Besmetting
Risicofactoren voor een mogelijke besmetting met vogelgriep zijn het jagen en/of eten van wilde vogels en de consumptie van rauw vleesvoeding. Indien katten of honden binnen een week na contact met een (mogelijk besmette) vogel verschijnselen gaan vertonen is het van belang een dierenarts te raadplegen.
De mogelijke symptomen bij katten met een infectie met H5N1 vogelgriep zijn weinig specifiek. Het beeld kan subklinisch zijn, maar meestal leiden infecties tot een ernstiger klinisch beeld. Vanaf een dag na infectie kan hoge koorts ontstaan. Na meerdere dagen kunnen daar verschijnselen bij komen van onder andere: sloomheid, oogontsteking, neusuitvloeiing, hijgen of benauwdheid. In ernstige gevallen kunnen neurologische verschijnselen zoals trillen, een wankele gang, bewustzijnsverlies en convulsies worden gezien.
Bij milde verschijnselen kan ondersteunende therapie overwogen worden; bij ernstige neurologische verschijnselen is de prognose zeer slecht.
NB: Het toedienen van antivirale middelen is in dit geval wettelijk niet toegestaan.
Adviezen voor eigenaren
Het is verstandig voor eigenaren om contact van huisdieren met (dode) wilde vogels zoveel mogelijk te beperken, zeker indien er in de omgeving sprake is van vogelgriepvirus besmettingen bij wilde vogels. Honden kunnen in dat geval beter aangelijnd worden en katten, waar mogelijk, binnengehouden worden.
Overdracht van vogelgriep tussen dieren binnen een huishouden is onwaarschijnlijk, maar kan niet uitgesloten worden. Het is daarom raadzaam om een klinisch ziek dier zoveel mogelijk apart te houden van andere dieren in het huishouden.
Overdracht van vogelgriep van huisdieren naar mensen is nog niet beschreven, maar het advies is wel om algemene hygiënemaatregelen te treffen bij het hanteren van zieke huisdieren. Eigenaren wordt geadviseerd de dieren binnen te houden zolang ze ziek zijn en handen te wassen na contact met het dier. Verder wordt het afgeraden om zich te laten likken door het dier of om het dier in bed te laten slapen.
Diagnostiek
Bij acute klinische infectie wordt diagnostiek op basis van PCR geadviseerd. Een dierenarts kan droge swabs nemen, zoals keel-/neus- en rectaalswabs, en deze direct naar het WBVR (Wageningen Bioveterinary Research) sturen voor onderzoek.
De kosten voor diagnostiek worden niet vergoed en zijn voor rekening van de dierhouder. De uitslag kan binnen 1-3 werkdagen worden verwacht.
Goed om te weten
Er is geen bestrijdingsplicht bij huisdieren, het dier zal dus niet geëuthanaseerd worden.
De NVWA kan de huisdiereigenaar advies geven om verdere verspreiding te voorkomen en indien gewenst/noodzakelijk kan een onderzoek worden gedaan naar de achtergrond en eventuele verdere verspreiding van het virus. De lokale GGD kan hierbij betrokken worden.