Naar aanleiding van de ontwikkelingen ten aanzien van de vogelgriep (Aviaire Influenza) hebben we hier een compilatie van relevante informatie, voor de hobbydieren, afkomstig van de overheid.
Hobbydierhouders is geadviseerd om bij onverklaarbare ziekte of sterfte van hun hobbykippen of vogels contact op te nemen met de dierenarts, zij hoeven niet zelf te melden. Bij een eventueel transport van de hobbydieren worden de volgende maatregelen geadviseerd:
• vervoer ze in een afgesloten plastic zak;
• draag handschoenen.
Symptomen van vogelgriep
Het hoog pathogeen virus is zeer besmettelijk en veroorzaakt ernstige ziekteverschijnselen en plotselinge toename van de sterfte. De dieren kunnen zeer snel sterven aan HPAI zelfs zonder dat er klinische verschijnselen zichtbaar zijn. Wanneer eenmaal sprake is van een besmetting met HPAI dan verspreidt HPAI zeer snel onder pluimvee.
De symptomen van een infectie met hoog pathogeen virus bij pluimvee zijn:
• Plotselinge sterfte zonder klinische symptomen
• Ophoping van abnormale hoeveelheid vocht aan kop en nek
• Onderhuidse bloedingen in poten, lellen en de kam
• Luchtwegproblemen
• Overvloedige traanvorming
• Ontsteking bijholte van de neusholte
• Diarree
• Plotselinge eilegproductiedaling
• Sloomheid en anorexie
Informatie voor houders van katten
Het is niet nodig om nu preventieve maatregelen te nemen, zoals het binnenhouden of vaccineren van katten. Het vogelgriepvirus H5N1 is op dit moment immers nog niet vastgesteld in Nederland.
Besmetting bij wilde vogels
Als het vogelgriepvirus H5N1 toch bij wilde vogels in Nederland wordt vastgesteld, adviseert LNV katten binnen en honden aangelijnd te houden in de zone van tien kilometer rond de plaats waar de wilde vogel met het H5N1-virus is vastgesteld. Als er sprake is van mogelijk contact tussen katten en besmette wilde vogels, of als katten verschijnselen vertonen die lijken op die van influenza wordt aan katteneigenaren geadviseerd contact op te nemen met de eigen dierenarts. Als deze dierenarts het noodzakelijk acht, zal de kat worden onderzocht. De diagnose kan bevestigd worden middels bloedonderzoek.
Besmetting bij commercieel gehouden pluimvee
Als het vogelgriepvirus H5N1 op een commercieel pluimveebedrijf wordt vastgesteld, adviseert LNV de katten binnen en honden aangelijnd te houden in getroffen gebieden (in de 10 km zone) en ze niet in contact te laten komen met pluimvee. Laat de katten niet in de stallen en/of verblijven toe en voer ze geen rauw pluimveevlees. Katten op de getroffen pluimveebedrijven worden, als daar aanleiding toe is, getest op het virus. Als er sprake is van mogelijk contact tussen katten en besmet pluimvee, of als katten verschijnselen vertonen die lijken op die van influenza, moet men contact opnemen met een dierenarts.
Voorkom dat zwerfkatten toegang hebben tot stallen en/of verblijven waar pluimvee wordt gehouden en voer ze geen rauw pluimveevlees.
Fysiek contact
Een kat kan in aanraking komen met een vogel die H5N1 heeft of met zijn uitwerpselen. Uit onderzoek blijkt dat katten geïnfecteerd kunnen worden met H5N1-virus. Maar het risico lijkt klein dat katten geïnfecteerd raken door contact met wilde vogels. De wilde vogelsoorten in Europa en Azië waarin H5N1 virus tot nu toe is gevonden, zijn voornamelijk watervogels (zwanen, ganzen, eenden) en niet de vogelsoorten (mezen, mussen, merels, andere kleine vogels in en om tuinen) waarmee katten normaliter in aanraking komen.
Ziekteverschijnselen bij katten
De voornaamste verschijnselen bij katten kunnen zijn koorts, algeheel ziek zijn, versneld en bemoeilijkte ademhaling, oogontsteking en eventueel diarree. Een infectie verloopt niet per se dodelijk.
Contact tussen mens en kat
Veel mensen zullen zich misschien afvragen of ze besmet kunnen raken met H5N1 als ze hun kat aanhalen. Omdat H5N1 nog niet is vastgesteld in Nederland, is er ook geen reden om hierover bezorgd te zijn. Bovendien is overdracht van H5N1-virus (of een ander influenzavirus) van kat naar mens nog nooit vastgesteld. Omdat het de verwachting is dat de kans op besmetting van katten door wilde vogels klein zal zijn, zal ook het risico dat een mens door een kat geïnfecteerd wordt verwaarloosbaar klein zijn. Bij constatering van H5N1 op een commercieel pluimveebedrijf worden op basis van een risicoanalyse katten op het getroffen bedrijf getest op het virus.
Vaccinatie van katten
Er bestaat geen geregistreerd vaccin tegen vogelgriep voor katten. De ontwikkeling van een nieuw vaccin duurt ongeveer tien jaar. Het initiatief hiervoor ligt bij de farmaceutische industrie.
Honden
Er is op dit moment niet aangetoond dat honden gevoelig zijn voor het H5N1-virus en dat ze er ziek van kunnen worden. In geval van een uitbraak is het advies om honden in risicogebieden aan de lijn te houden.
Vogelgriep bij hobbydieren
De Europese Commissie is op 22 februari akkoord gegaan met het vaccineren van hobbydieren. Als men dieren laat vaccineren, betekent dit niet automatisch dat er verder geen gevolgen zijn bij een uitbraak van vogelgriep. Hieronder staan de gevolgen voor gevaccineerde dieren beschreven bij verschillende scenario’s. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een besmetting van wilde vogels en van vogels die vallen onder de definitie van pluimvee.
1. Besmetting van wilde vogel
Het volgende scenario is mogelijk:
Er wordt binnen een straal van drie kilometer een dode wilde vogel gevonden die besmet blijkt te zijn met het vogelgriepvirus
In een gebied van drie kilometer rond de vindplaats van de dode zieke vogel, het beschermingsgebied, wordt een vervoersverbod voor pluimvee (en eventueel andere voor AI gevoelige dieren – zie hiervoor het draaiboek AI op website van LNV) afgekondigd. De wilde vogels in de omgeving worden extra in de gaten gehouden en de kans bestaat dat dieren (pluimvee) wordt gescreend, dat wil zeggen getest op de aanwezigheid van het virus.
In een gebied van tien kilometer rond de vindplaats van de dode zieke vogel, het toezichtsgebied, wordt een verbod afgekondigd gedurende de eerste vijftien dagen voor de verplaatsing van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels uit dit gebied.
2. Besmetting van een gehouden vogel die valt onder de definitie van pluimvee
Op een bedrijf of bij een hobbydierhouder wordt het vogelgriepvirus aangetroffen
Er is een uitbraak van vogelgriep op meerdere plaatsen in Nederland
Scenario 1
Op het moment dat er een uitbraak komt van vogelgriep bij één commercieel bedrijf met pluimvee of op een terrein bij een huis waar pluimvee hobbymatig wordt gehouden, wordt in heel Nederland een zogenaamde standstill afgekondigd. Dit betekent dat er nergens meer in Nederland dieren, dierlijke producten en diervoer mag worden vervoerd. Een andere maatregel die voor u van belang is, is dat de omgeving wordt opgedeeld in een aantal zones: de 1-, 3- en 10-kilometer zone. Voor elke zone gelden verschillende regels en afspraken.
1-kilometer zone
Allereerst worden op het bedrijf of terrein waar de vogelgriep wordt geconstateerd al het pluimvee geruimd. Afgezien van een vervoersverbod en andere zaken die in een regeling worden vastgelegd, zal in een zone van één kilometer rondom ook gaan worden geruimd. Gevaccineerde dieren zijn daarvan op dit moment nog niet uitgesloten. Met een vaccinatie zijn de dieren wel beschermd, maar ze zijn nog steeds niet honderd procent immuun en ze kunnen nog besmettelijk zijn. Door in een straal van één kilometer te ruimen wordt het risico op verdere verspreiding zoveel mogelijk tegengegaan. Voor gevaccineerde dieren geldt dat er zwaarwegende veterinaire redenen moeten zijn om tot ruiming over te gaan.
3-kilometer zone
In deze zone worden gevaccineerde dieren in principe niet meer geruimd. Wel wordt van een bepaald aantal gevaccineerde dieren bloed afgenomen en onderzocht op de aanwezigheid van het virus. Als een dier dan toch besmet blijkt, wordt het alsnog geruimd evenals het andere pluimvee dat zich op hetzelfde bedrijf of terrein bevindt.
10-kilometer zone
Voor dit gebied geldt voor gevaccineerde dieren geen apart regime. Wel zullen er andere regelingen gaan gelden met betrekking tot extra toezicht, die via het internet bekend gemaakt gaan worden.
Scenario 2
Als de vogelgriep zich toch snel blijkt te verspreiden door het land wordt het bovenstaande regime opnieuw bekeken. Hoe er dan omgegaan wordt met gevaccineerde dieren is op dit moment nog niet duidelijk.
Afschermplicht
Heeft men als particulier duiven, kippen of ander pluimvee zoals eenden of kalkoenen? Dan is men verplicht deze vanaf maandag 20 februari af te schermen, zodat elk contact met in het wild levende vogels onmogelijk wordt. Zo wordt voorkomen dat dieren besmet raken met vogelgriep door wilde (trek-)vogels. Deze verplichte maatregel geldt voor héél Nederland, zowel buiten als binnen de bebouwde kom.
Wat betekent dit?
duiven, kippen en ander pluimvee moeten in een ruimte worden gehouden die aan de bovenkant ondoorlatend is. De zijkanten moeten minimaal zijn afgeschermd met gaas, zodat contact met andere vogels niet mogelijk is
laat de dieren geen oppervlaktewater drinken, zoals water uit sloten
als er binnen een paar dagen enkele dieren doodgaan, neem dan direct contact op met een dierenarts. De kans bestaat dat het vogelgriep is. Raak de dieren niet meer aan of draag rubberen handschoenen.
verzamelingen zoals tentoonstellingen, shows en wedvluchten met (alle soorten) duiven, loopvogels en (sier)pluimvee zijn verboden.
Vaccineren hobbydieren en buitenuitloop kippen
De Europese Unie heeft op 22 februari 2006 een akkoord bereikt over het preventief vaccineren van hobbydieren en buitenuitloop kippen. In Nederland zijn naar schatting tussen de één en drie miljoen hobbydieren. Hobbydieren en buitenuitloop kippen kunnen vanaf half maart worden gevaccineerd. Dat mag tot juni 2006. De Commissie bekijkt de situatie daarna opnieuw.
• Bescherming vaccin
Het vaccin biedt voor maximaal een jaar bescherming. Gevaccineerde dieren zijn minder bevattelijk. Ze worden zelf meestal niet meer ziek. Geïnfecteerde gevaccineerde dieren scheiden beduidend minder virus uit, waardoor ze andere dieren minder makkelijk besmetten. Het effect van vaccinatie bij andere dieren of vogels dan kippen, eenden, ganzen en kalkoenen is nog onvoldoende bekend en daarom nog niet mogelijk
• Vaccinatie niet verplicht
Houders van hobbydieren en buitenuitloop kippen kunnen zelf beslissen of ze vaccineren of hun dieren afschermen. Gevaccineerde dieren mogen zo’n twee tot drie weken (afhankelijk van de specificatie van de vaccinproducent) na de tweede vaccinatie naar buiten. Het blijft mogelijk dat gevaccineerd pluimvee bij een uitbraak van de vogelgriep alsnog moet worden geruimd. Dat hangt vooral af van de omvang van de uitbraak. Er wordt alleen geruimd bij een pertinente veterinaire noodzaak.
• Dierenarts
Houders van hobbydieren en buitenuitloop kippen die hun dier(en) willen vacineren, kunnen hun dierenarts bellen. De dierenarts vaccineert de dieren ter plekke. Hij moet daarvoor driemaal langskomen. Bij het eerste bezoek vaccineert, identificeert en registreert hij de dieren. Bij het tweede bezoek vaccineert hij ze voor de tweede maal. Bij het derde bezoek neemt hij bloed af voor onderzoek. De kosten hangen af van het aantal dieren en het tarief van de dierenarts.
• Registratie
De dierenarts registreert en indentificeert elk gevaccineerd hobbydier met een niet-verwijderbare pootring met opschrift ‘Vaccinatie AI 2006 NL’. De dierenarts moet zich melden bij de Gezondheidsdienst voor Dieren. Dierenarts en eigenaar ondertekenen een protocol. De eigenaar ondertekent ook een eigenaarsverklaring en krijgt een vaccinatieverklaring van de dierenarts. De Gezondheidsdienst voor Dieren coördineert de uitvoering van de vaccinaties inclusief eigenaarsverklaringen. De Voedsel en Waren Autoriteit houdt toezicht op de uitvoering van de vaccinaties.
• Export
Het vaccineren van de hobbydieren heeft op grond van de regelgeving geen effect op de handel. De reactie van Derde Wereldlanden is moeilijk te voorspellen maar vaccinatie is in veel Derde Wereldlanden niet zo’n probleem als in Europa. Hobbydieren mogen niet zonder toestemming van de overheid naar andere landen worden vervoerd. Ook mogen de dieren niet voor consumptie worden aangeboden; je mag ze wel zelf opeten. Gevaccineerde levende kippen mogen niet de grens over en moeten in Nederland worden geslacht. Vlees en eieren van gevaccineerde dieren mogen wel worden geëxporteerd.
• Frankrijk
Frankrijk is al eerder begonnen met vaccineren. Dit land pakt de vaccinatie anders aan dan Nederland. Zo verplicht Frankrijk bijvoorbeeld de vaccinatie en gebeurt dat in Nederland vrijwillig. Daarnaast laat Frankrijk geen hobbydieren inenten. Dat doet Nederland wel. Hier zijn hobbydieren echter niet geregistreerd, waardoor de praktische organisatie tijd kost. Het ministerie wil de vaccinatie goed regelen en administreren. Het moet achteraf te herleiden zijn welke dieren gevaccineerd zijn.
Dierentuinen
De Europese Commissie heeft op 20 oktober 2005 toestemming gegeven om dierentuindieren preventief te vaccineren tegen vogelgriep. Inmiddels heeft Brussel het uitvoeringsplan goedgekeurd. Dierentuinen in hoog-risicogebieden buiten de bebouwde kom die hun AI-gevoelige dieren niet vaccineren, moeten deze dieren afschermen. Dierentuinen buiten de hoog-risicogebieden en/of binnen de bebouwde kom zijn niet verplicht hun dieren af te schermen, ze mogen echter wel vaccineren.
Dierentuinen mogen hun vogels die gevoelig zijn voor vogelgriep en die niet bedoeld zijn voor de productie van dierlijke producten, vaccineren. Daarvoor moeten de dierentuinen een vaccinatieplan overleggen aan de Voedsel- en Waren Autoriteit (VWA). Er kan tot vaccinatie worden overgegaan als de VWA dat plan heeft goedgekeurd.
Vaccin
Er zijn voldoende vaccins van verschillende producenten op de markt, maar de vaccins zijn niet geregistreerd; dit betekent dat de overheid ontheffing voor gebruik moet verlenen. Vaccineren is niet goedkoop omdat het vaccineren van vogels zeer arbeidsintensief is. De vaccins beschermen wel tegen de huidige variant van vogelgriep. De effectiviteit van de vaccins is niet in alle gevallen gegarandeerd voor de verschillende vogelsoorten.
Non-vaccinatie
Het huidige non-vaccinatiebeleid van de Europese Unie heeft als doel de belangrijkste dierziekten volledig uit te roeien. Het gaat hier om een aantal dierziekten, zoals mond- en klauwzeer (MKZ) en klassieke varkenspest (KVP). Met een vaccinatie zijn de dieren wel beschermd, ze worden dus niet of minder snel ziek. Maar ze kunnen het virus nog steeds dragen en doorgeven. Bij uitbraken mogen dieren onder strikte voorwaarden worden ingeënt (noodvaccinatie). De mogelijkheden voor vaccinatie zijn de laatste jaren verruimd onder andere voor MKZ en KVP. Sinds 2003 overlegt de Europese Commissie over verruiming van vaccinatiemogelijkheden tegen vogelgriep. LNV heeft steeds heel actief in Brussel gepleit voor preventieve vaccinatie. Het krijgt meer en meer steun van andere lidstaten om de vaccinatie toe te staan bij de preventie en bestrijding van belangrijke dierziektes. Het non-vaccinatiebeleid van de EU wordt ook ingegeven door economische motieven; de kosten van de vaccinatie én de export. Een aantal landen buiten de EU (zogenaamde derde landen) eist soms dat de dieren niet gevaccineerd zijn tegen vogelgriep. Nederland exporteert zijn pluimveeproducten vooral naar landen binnen de EU, maar er gaan ook pluimveeproducten naar derde landen.
Veiligheid vlees
Vlees van gevaccineerde dieren is veilig voor de consument. Op dit moment wordt al op grote schaal vlees van gevaccineerde dieren verkocht, zoals Argentijns rundvlees. Ook wordt pluimvee standaard ingeënt tegen Newcastle disease (NCD). In delen van Italië wordt pluimvee gevaccineerd tegen de laag pathogene vogelgriep. Deze kippen en kalkoenen kunnen ook in Nederland op de markt komen.
Vraag en antwoord
Wat moet ik doen als ik dode vogels vind?
Als u één of enkele dode tuinvogels (zoals mus, spreeuw, roodborstje) vindt, dan kunt u ervan uitgaan dat er niets bijzonders aan de hand is. In het voorjaar sterven veel vogels, verzwakt door de winter. Laat ze gewoon liggen. Als ze in uw tuin liggen, kunt u ze opruimen door ze te begraven of in de afvalcontainer te doen. Draag handschoenen, uit hygiënisch oogpunt. Gewonde tuinvogels mogen naar een vogelasiel worden gebracht.
Welke dode/zieke vogels moet ik wél melden, en waar?
Sommige vogelsoorten zijn extra gevoelig voor vogelgriep. Als u een dode zwaan, reiger, gans, eend, meeuw of roofvogel vindt, dan heeft u te maken met ‘verdachte vogels’. Raak het dier niet aan en meld uw vondst bij de Meldkamer van de Algemene Inspectiedienst (AID): 045-5466230. Dit geldt ook voor gewonde exemplaren van deze soorten. Van iedere melding bij de AID maakt de Voedsel en Warenautoriteit (VWA) een risico-inschatting. De VWA neemt hiervoor contact op met de melder, om te vertellen of de vondst wel of niet verdacht is en wat er moet gebeuren. De lijn om ‘verdachte vogels’ te melden bij de AID geldt voor alle partijen: particulieren, verenigingen, organisaties en overheidsinstanties. Want pas na de risico-inschatting door de VWA is bekend of hier inderdaad extra veiligheidsmaatregelen of onderzoeken nodig zijn.
Het is mogelijk dat het problemen geeft wanneer een dood exemplaar van een verdachte vogelsoort ligt, bijvoorbeeld op een speelplaats of midden op een fietspad. In dit geval mogen andere overheidsinstanties (bijvoorbeeld gemeenten, waterschappen) de dode vogel opruimen. Ze moeten hierbij het protocol ‘Ophalen kadavers’ van de Voedsel en Warenautoriteit (VWA) in acht nemen. Verder geldt de normale procedure: er moet melding gemaakt worden bij de Algemene Inspectiedienst (AID): 045-5466230 en de VWA neemt contact op met de melder.
Zijn markten, evenementen met pluimvee en wedvluchten nog doorgaan toegestaan? Zo ja, onder welke voorwaarden? Hoe zit het met tentoonstellingen van siervogels?
Markten, tentoonstellingen, shows en dergelijke met (sier)pluimvee, loopvogels en alle soorten duiven zijn verboden. Er zijn alleen nog binnententoonstellingen toegestaan voor siervogels (zangvogels).
Mijn kippen zijn plotseling op onverklaarbare wijze ziek geworden en gaan dood. Wat moet ik doen?
Wanneer een aantal van uw kippen of ander pluimvee op onverklaarbare wijze ziek wordt of doodgaat (anders dan bijvoorbeeld door ouderdom), dient u onmiddellijk een dierenarts te waarschuwen. Neem bij eventueel transport de volgende maatregelen:
• vervoer ze in een afgesloten plastic zak;
• draag handschoenen.
Is het nodig mijn hond tegen vogelgriep te beschermen?
Er is geen enkele aanwijzing dat de huidige hoog pathogene variant van het vogelgriepvirus (H5N1) besmettelijk is voor honden. Er zijn dan ook geen extra maatregelen nodig.
Welk pluimvee valt onder de afschermplicht
De afschermplicht geldt voor de volgende diersoorten:
• dieren van commerciële pluimveebedrijven,
• hobbypluimvee
• gehouden duiven (er zijn ook geen wedvluchten meer mogelijk)
• het niet-gevaccineerde pluimvee van dierentuinen
Hoe moet ik afschermen en wat zijn de voorwaarden?
Met de afschermplicht wordt beoogd het directe contact tussen pluimvee en wilde water(trek)vogels te voorkomen. Dit kan door de dieren op te hokken. U kunt de buitenuitloop of een deel daarvan in stand houden door netten aan te brengen. Deze moeten aan de bovenkant ondoorlaatbaar zijn voor uitwerpselen van wilde vogels.
Wie zitten er in de Groep van Deskundigen en wat doet deze groep?
Voor de preventie en bestrijding van verschillende besmettelijke dierziekten wordt LNV bijgestaan door speciale commissies, die bestaan uit onafhankelijke wetenschappers en experts op dat terrein. Het ministerie neemt de adviezen mee in de beleidsvoorbereiding.
Voor vogelgriep bestaat deze ‘Groep van Deskundigen’ uit de volgende personen: drs. F.H. Pluimers, voorzitter dr. A.L.J. Gielkens prof. dr M.C.M. de Jong prof. dr. A.D.M.E. Osterhaus prof. dr. A. Pijpers drs. A.H.A. Steentjes prof.dr. J.A. Stegeman
Hoe zit dat met andere huisdieren (bijvoorbeeld konijnen in een ren buiten)?
Het is (nog) niet aangetoond dat andere huisdieren zoals konijnen gevoelig zouden zijn voor het vogelgriep.
Waarom is het vogelgriepvirus H5N1 zo erg?
Het H5N1 virus is een zeer besmettelijke virusziekte voor vogels met dodelijke afloop. Ook mensen kunnen voor H5N1 gevoelig zijn. De H5N1 variant kan daarnaast gaan muteren naar een voor mensen zeer besmettelijke variant waardoor een pandemie kan gaan ontstaan. Zie voor meer informatie hierover www.minvws.nl.
Is er een risico voor de volksgezondheid?
Mensen kunnen gevoelig zijn voor de H5N1 variant en uit dat oogpunt bestaat er een risico voor de volksgezondheid. Zie voor meer informatie hierover www.minvws.nl.
Ik zie nog steeds eenden en zwanen zwemmen en de kippen van de buren buiten lopen. Hoe kan dat? Er is toch een afschermplicht?
De afschermplicht geldt alleen voor gehouden pluimvee. Voor niet gehouden pluimvee geldt deze plicht dus niet. De gemeenten hoeven deze dieren niet af te schermen. Zonder eigenaar/verzorger worden de dieren gezien als ‘niet gehouden’. Het heeft geen zin hiervan melding te maken bij de AID. Er is immers geen eigenaar die door de AID kan worden aangesproken.
Lopen de kippen bij de buren nog buiten? Dan kunt u allereerst de persoon zelf op zijn verantwoordelijkheid aanspreken. Als dit geen gevolg heeft, kunt u dit melden bij de AID: 045-5466230. De AID noteert de melding en stuurt een controleur langs. Gemeenten spelen hierin géén rol.
Moeten struisvogels ook worden afgeschermd?
Struisvogels vallen niet onder de definitie van pluimvee en hoeven niet afgeschermd te worden.
Wie vragen heeft over vogelgriep, kan ook terecht bij Het LNV-Loket, bereikbaar via het gratis nummer 0800-22 333 22, vanuit het buitenland +31 592 33 29 58 (niet gratis). Openingstijden: op werkdagen van 8.30-18.00 uur en op zaterdag van 10.00-13.00 uur.