Bloedonderzoek
Om in de praktijk tot een diagnose te komen, of om een behandeling in te kunnen stellen, geeft een bloedonderzoek veel informatie.
Onze uitgebreide bloedanalyse-apparatuur geeft de mogelijkheid om een grote hoeveelheid uitslagen te verzorgen, wat ons ondersteunt in het stellen van een diagnose en een plan te maken voor de behandeling.
Tevens hebben we hierdoor sneller een uitslag in vergelijking met wanneer we het bloed zouden opsturen naar een extern laboratorium, wat ten gunste komt aan de behandeling van het dier. Zo hebben we de mogelijkheid om de rode en witte bloedcellen te bepalen, bijvoorbeeld voor bloedarmoede of voor infecties. Verder kunnen we de functie van verschillende organen bepalen, zoals de nieren, de lever of de alvleesklier. Ook hormonale testen, zoals schildklierhormoon bij te snel of te traag werkende schildklier of progesteron om het ideale moment voor dekking te bepalen, behoren tot ons scala van mogelijkheden. Klik hier voor meer info over de verschillende bepalingen.
Hoe gaat het bloedonderzoek in zijn werk?
De bloedafname voor onderzoek wordt in het algemeen “gewoon” in de spreekkamer afgenomen. De meeste dieren zitten rustig op de tafel, waarbij het fijn is als de eigenaar erbij blijft voor mentale ondersteuning. Soms merken we dat er ook dieren zijn die juist rustiger zijn zonder het baasje erbij, kortom het blijft altijd passen en meten. Er zijn verschillende plaatsen bij dieren waar bloed af kan worden genomen. Meestal wordt de hals gebruikt, omdat daar een groot bloedvat loopt. In de pootjes zitten kleinere vaatjes, waar gemakkelijker een vacuüm gezogen wordt bij aanzuigen van het bloed. Dit leidt tot foutieve uitslagen. Bij grote dieren kunnen de poten wel weer gebruikt worden omdat de vaten groter zijn. Factoren die de bloedafname kunnen belemmeren zijn overgewicht (veel nekvet), een veelheid aan nekplooien, of een wiebelig dier. Voor dat laatste, vooral bij de kat, kan het nodig zijn om een lichte sedatie of gasroesje te geven, zodat de bloedafname met minder stress verloopt.
Na de afname wordt het bloed direct in de juiste buisjes overgebracht en ingezet voor onderzoek. De assistente houdt het bloedvaatje nog even dicht (in de hals), of er wordt een verbandje om het pootje gedaan. Deze kan meestal na 15 minuutjes er weer af. Doordat we een goed analyse-apparaat op de kliniek hebben staan, hebben we in het algemeen snel de uitslag en kan er op tijd met de juiste behandeling begonnen worden. In een klein deel van de gevallen wordt het bloed naar een extern laboratorium gestuurd, voor bepalingen die we niet zelf op de praktijk kunnen doen. In dat geval duurt het wat langer voordat de uitslag bekend is.