Ga naar de inhoud
Please accept preferences, statistics, marketing cookies to watch this video.
Aanvullende tekst voor bij de video:
  • Een kraag heeft 2 zijden: een gladde kant en een geribbelde kant. De geribbelde kant moet aan de buitenzijde.
  • Vouw de halsbandlussen naar de buitenzijde om.
  • Vouw nu de kraag in elkaar, waarbij de kant met de lange lus aan de binnenzijde gehouden wordt.
  • Vlecht de lange lus door de kraag heen, waarbij het laatste gedeelte tussen de 2 delen van de kraag komt. De kraag zit nu vast.
  • Neem een katoenen bandje, of gebruik de eigen halsband, en haal deze door de halsbandlussen. 
  • Doe nu de kraag om. Let hierbij op, dat de halsbandlussen niet tegen de ogen komen.
  • Maak het katoenen bandje of de halsband om de hals vast, om te voorkomen dat de kraag weer af kan. Er moeten 2 vingers tussen het bandje en de hals kunnen. U kunt ter controle een keer proberen de kraag over de oren af te doen.  (De kraag hoort niet af te kunnen)
  • De opening van de kraag moet niet te strak rond de hals zitten, in verband met risico van het beschadigen van de huid. De kraag moet blijven zitten door de (hals)band en niet doordat hij zelf strak zit.
  • Het is belangrijk dat de neus van de hond niet buiten de kraag kan komen.