Tensurin® 60 mg tabletten voor honden
1. Naam en adres van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen en de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte, indien verschillend
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
AST Beheer B.V., Oudewater
Fabrikant en verantwoordelijke fabrikant voor vrijgifte:
Produlab Pharma B.V., Raamsdonksveer
2. Benaming van het diergeneesmiddel
Tensurin 60 mg tabletten voor honden.
3. Gehalte aan werkza(a)m(e) en overige bestandd(e)l(en)
Fenylpropanolaminehydrochloride 60 mg/tablet (overeenkomend met 48,3 mg fenylpropanolamine).
4. Indicaties(s)
Behandeling van urine-incontinentie ten gevolge van sfincterinsufficiëntie bij de teef.
5. Contra-indicatie(s)
Niet gebruiken bij glaucoom.
6. Bijwerkingen
Vooral bij aanvang van de therapie kan de eet- lust van het dier wat afnemen en enige rusteloosheid optreden alsmede braken, diarree, hijgen en cardiovasculaire effecten. Deze verschijnselen verdwijnen echter na verloop van enkele dagen.
7. Diersoorten waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Hond (teef).
8. Doseringen voor elke doeldiersoort, wijze van gebruik en van toediening
De aanbevolen dosering bedraagt 3 mg fenylpropanolamine- hydrochloride per kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 2 of 3 giften gedurende 3 tot 4 weken.
Dit komt overeen met:
9. Aanwijzingen voor een juiste toediening
De dosering en toedieningfrequentie dienen bij voorkeur op geleide van effect te worden ingesteld totdat een dosis en frequentie zijn gevonden waarbij een optimaal effect wordt bereikt. Een positief effect van dit middel treedt veelal binnen enkele dagen op.
Na 3 tot 4 weken controleren of verdere voortzetting van de behandeling noodzakelijk is.
10. Wachttijd
Niet van toepassing.
11. Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking. Buiten het bereik en zicht van kinderen bewaren.
Niet te gebruiken na de vervaldatum vermeld op de doos.
12. Speciale waarschuwingen
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
In principe dienen dieren bij aanvang van de medicatie onder- zocht te worden op aanwezigheid van mogelijke cardiovasculaire afwijkingen, daar de gevolgen van dergelijke afwijkingen aan het licht kunnen treden bij behandeling met fenylpropanolamine.
Bij aanhoudend braken dient de behandeling te worden gewijzigd. Het effect van gebruik bij fok- en vermeerderingsdieren is niet bekend en toediening aan zulke dieren wordt afgeraden.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
In verband met mogelijke sensibilisatie en/of contactdermatitis dient bij de toepassing direct huidcontact te worden vermeden.
Gebruik tijdens dracht of lactatie
De veiligheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen bij drachtige en lacterende honden. Het gebruik bij zulke dieren wordt daarom afgeraden.
Interactie(s) met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Niet toepassen in combinatie met middelen die hetzelfde werkingsmechanisme bezitten (zoals adrenaline of efedrine) of met middelen die een cardiovasculaire werking bezitten.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota), indien noodzakelijk
Bij overdosering het dier laten braken eventueel met behulp van apomorfine 3-6 mg s.c., laxeren met natrium- sulfaat. Voorts op geleide van het klinische beeld.
13. Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen van niet-gebruikte diergeneesmiddelen of eventuele restanten hiervan
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen inovereenstemming met nationale vereisten te worden verwijderd.
14. De datum waarop de bijsluiter voor het laatst is herzien
09/02/2012
15. Overige informatie
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkings- grootten in de handel worden gebracht.
Kanalisatie
UDA
REGNL 109554