Baarmoederkanker bij het konijn, ook wel baarmoedercarcinoom of baarmoedertumor genoemd.
Het ontstaan van baarmoederkanker bij konijnen is een probleem dat zeer veel voorkomt bij niet-gesteriliseerde voedsters. Het is zelfs de meest voorkomende vorm van kanker bij konijnen. Bij voedsters jonger dan 2 jaar wordt dit probleem zelden gezien, maar boven de 4 jaar krijgt 50-80% van de vrouwelijke konijnen hiermee te maken. Fokken met een voedster heeft geen invloed op het risico op baarmoederkanker.
Hoe ontstaat baarmoederkanker?
De oorzaak van baarmoederkanker bij het konijn is nog niet bewezen. Echter het vermoeden bestaat dat veranderingen in de baarmoeder ontstaan door invloed van de geslachtshormonen, die worden geproduceerd door de eierstokken. Deze veranderingen nemen toe met de leeftijd. Het klierweefsel in de wand van de baarmoeder wordt gestimuleerd en hierdoor ontstaat er een risico op tumoraal ontaarden van kliercellen. De woekeringen die hierdoor ontstaan vormen een tumor die adenocarcinoom wordt genoemd.
Symptomen
Het baarmoedercarcinoom is een traaggroeiende tumor. Konijnen zijn erg taaie dieren en vaak kan een tumor van de baarmoeder lang groeien zonder dat je iets aan het dier merkt. Een afwijkende baarmoeder kan wel opgemerkt worden bij lichamelijk onderzoek tijdens bijvoorbeeld de jaarlijkse gezondheidscontrole bij de vaccinatie. Op termijn, binnen 1-2 jaar kan de tumor ook uit gaan zaaien. Dit gebeurt dan vaak in het omliggende weefsel in de buik of naar de lever of longen. Wanneer er voor het eerst klachten optreden is het probleem meestal al ver gevorderd. Het konijn krijgt een bolle buik, verliest haar eetlust of kan langzaam wegkwijnen. Er kan ook uitvloeiing uit de vulva worden gezien, of bloed in de urine. Wanneer er uitzaaiingen zijn naar de longen kan het konijn erg benauwd worden.
Diagnose
Verschillende onderzoeken kunnen bijdragen tot het stellen van de diagnose van baarmoederkanker. Het voelen van een massa in de buik van een niet-gesteriliseerde voedster kan al een vermoeden geven. Bij uitzaaiingen in de longen kunnen afwijkende ademhalingsgeluiden worden gehoord, wanneer we met een stethoscoop naar de longen luisteren. Vervolgens kan gekozen worden voor beeldvorming om te zien of de massa inderdaad vanuit de baarmoeder komt en of dit bijvoorbeeld om een cyste of een tumor gaat. Dit kan soms met een röntgenfoto, beter is het gebruik van de echo. Met röntgenfoto’s kunnen vervolgens ook uitzaaiingen in de longen worden opgespoord, terwijl met een echo gekeken kan worden of er uitzaaiingen in de buikholte zijn.

Behandeling en prognose
De behandeling hangt af van het stadium van de ziekte. Via sterilisatie kan de baarmoedertumor worden weggenomen. Dit is vooral te verkiezen wanneer het konijn niet al te ziek is en er nog geen uitzaaiingen zijn, dus wanneer de ziekte in een heel vroeg stadium wordt ontdekt. De prognose is dan relatief gunstig. Wel moeten we altijd bedacht zijn op het feit dat uitzaaiingen wel aanwezig kunnen zijn, maar nog te klein zijn om te kunnen zien bij onderzoek. Daarom is na sterilisatie regelmatige controle geadviseerd. Wanneer er al duidelijke uitzaaiingen naar de andere weefsels of de longen zijn, zijn de vooruitzichten niet goed. Afhankelijk van of er klachten zijn kan worden gekozen voor euthanasie of afwachten hoe lang het goed gaat. Omdat konijnen niet snel laten merken dat ze ziek zijn, zien we helaas dat de meeste konijnen al erg ziek zijn op het moment dat baarmoederkanker wordt ontdekt.
Preventie
Wanneer we konijnen op jonge leeftijd steriliseren, kunnen we baarmoederkanker voorkomen. Voedsters kunnen vanaf 5-6 maanden worden gesteriliseerd, en het liefst vóór 2 jaar leeftijd. Juist omdat zoveel konijnen uiteindelijk baarmoederkanker krijgen, en omdat het probleem al op jonge leeftijd kan ontstaan, is dit te adviseren. Sterilisatie maakt het daarnaast makkelijker om het konijn samen met een soortgenoot te houden. Ook een jaarlijkse gezondheidscontrole kan bijdragen aan het vroegtijdig opsporen van baarmoederkanker.