E. cuniculi is een ééncellige parasiet die bij konijnen Encephalitozoönose kan veroorzaken. Dit is een ziektebeeld waarbij vooral neurologische klachten worden gezien. Deze klachten kunnen mild, maar ook ernstig zijn.
Oorzaak
Er wordt algemeen aangenomen dat ongeveer de helft van alle konijnen met E. cuniculi besmet is, maar hier geen last van heeft. Konijnen raken besmet met de parasiet in de baarmoeder, wanneer de moeder geïnfecteerd is, of via het eten van voedsel of water dat besmet is met de urine van een besmet konijn. Vanuit het verteringsstelsel gaat de parasiet via de bloedbaan naar de organen, waar het zich in de cellen van het lichaam nestelt. Daar gaat de parasiet in een ruststadium (de latente fase), waarbij we bij de meeste konijnen geen klachten zien. Dieren die de parasiet op deze manier bij zich dragen, maar geen symptomen vertonen noemen we ‘latente dragers’. Een konijn kan op deze manier jaren besmet zijn met E. cuniculi zonder dat u het merkt. Wanneer het afweersysteem minder goed werkt, bijvoorbeeld in de aanwezigheid van andere ziekten, bij ondervoeding of bij stress dan kan de parasiet uit de rustfase komen en zich sterk gaan vermeerderen. De cellen waarin de parasieten zitten barsten open en er ontstaat een ontstekingsreactie in het lichaam. Dit is het moment waarop de klachten ontstaan (acuut infectiestadium). Wanneer de ontstekingsreactie in het lichaam lange tijd aanhoudt kunnen er granulomen ontstaan. Dit zijn afgebakende haardjes in weefsels waarin ontstekingscellen opgehoopt zijn. De parasiet heeft een voorkeur voor het zenuwstelsel, waardoor de ontstekingsreacties vooral in de hersenen of het ruggenmerg gezien worden. Echter ook de nieren, blaas en de ogen kunnen worden aangetast.
De parasieten worden uitgescheiden uit het lichaam via de urine. Bij warme, vochtige omstandigheden kan E. cuniculi wekenlang in de omgeving overleven, in de vorm van een spore. Dit is een gevaar voor andere konijnen om besmet te raken.
Klachten
Omdat de parasiet vooral het zenuwstelsel aantast zien we voornamelijk neurologische klachten. De ernst hiervan kan variëren. Symptomen die we kunnen zien zijn:
- Een scheve kopstand (zie afbeelding)
- Ongecoördineerd rondlopen, zwalken of omvallen/omrollen
- Verminderd gebruik of verlamming van één van beide achterpoten
- Volledige verlamming van de achterhand
- Epileptische aanvallen

Omdat de parasiet ook in de urinewegen en ogen kan zitten zien we hier soms ook klachten. Voorbeelden hiervan zijn:
- Veel drinken en plassen
- Urinelekkage met bevuiling van de achterkant
- Ontstekingen van de oogbol, verkleuring van de lens of het hoornvlies
De hierboven genoemde klachten kunnen heel acuut optreden. Soms bestaat het ziektebeeld juist uit chronische vage klachten, zoals gewichtsverlies. Milde klachten kunnen soms vanzelf weer verdwijnen wanneer het lichaam de parasiet weer onder controle krijgt, maar kunnen op een later moment weer (heviger) terugkeren.
Diagnose
Vaak doet het klachtenbeeld al vermoeden dat het konijn ziek is van E. cuniculi. We onderzoeken het konijn om te kijken of er aanwijzingen zijn voor andere oorzaken van de klachten. Een middenoorontsteking kan ook evenwichtsklachten geven, en een beschadiging van de rug kan verlammingsverschijnselen geven. Het aantonen van de parasiet is niet eenvoudig en kost tijd. Daarom starten we bij een vermoeden van de ziekte al met de behandeling om verergering van de symptomen vóór te zijn. Het is mogelijk via bloedonderzoek de door het konijn aangemaakte antistoffen tegen de parasiet te bepalen. Maar omdat ook veel gezonde konijnen de parasiet bij zich dragen en dus antistoffen hebben, en sommige konijnen met de ziekte geen antistoffen aanmaken, is dit onderzoek niet erg betrouwbaar. Het is ook mogelijk met behulp van PCR-onderzoek het DNA van de parasiet in bloed en urine aan te tonen. Maar ook hier geldt: het vinden van de parasiet wil niet altijd zeggen dat de parasiet ook de oorzaak van de klachten is, en bij dieren die wél ziek zijn van de parasiet kan het gebeuren dat de test dit niet uitwijst.
Behandeling
Behandeling van E. cuniculi is een langdurige therapie. Zoals hierboven al genoemd wordt met de behandeling gestart wanneer we een sterk vermoeden hebben dat deze parasiet de veroorzaker van de klachten is. De medicatie die we tegen de parasiet gebruiken, bestrijdt de parasieten maar doodt deze niet allemaal af. Het medicijn maakt de parasieten minder actief en helpt zo het afweersysteem om de parasieten te doden. Omdat de parasiet zich in de cellen verschuilt, is de parasiet nooit volledig uit het lichaam te krijgen. Bij een succesvolle behandeling gaat de parasiet weer terug in de rustfase en verdwijnen de klachten. Het konijn zal echter wel altijd geïnfecteerd blijven.
De medicijnen moeten meerdere weken worden gegeven. Het kan zijn dat het konijn na een aantal dagen al van de klachten herstelt. Het komt echter ook voor dat een konijn niet volledig herstelt of dat de klachten steeds terugkomen. In het ergste geval herstelt het konijn niet en zal hij of zij moeten worden geëuthanaseerd. Het kan ook zijn dat het konijn enkel klachtenvrij blijft, wanneer we het de rest van zijn of haar leven met medicijnen behandelen. Waar nodig gebruiken we in het begin naast de medicijnen die de parasiet bestrijden ook andere ondersteunende medicatie om de ontstekingsreacties af te remmen. Ook geven we infuus en/of dwangvoeding als dat nodig is.
Hoe milder de symptomen zijn en hoe sneller we starten met de behandeling, hoe beter de vooruitzichten voor het konijn. Omdat de parasiet altijd in het lichaam aanwezig blijft, is er altijd een kans dat de infectie weer de kop opsteekt, bijvoorbeeld bij ziekte of in periodes van stress. We moeten daarom altijd alert zijn op het terugkomen van de klachten.
Omdat de parasiet bij zieke konijnen in de urine wordt uitgescheiden, moeten ook de hokgenoten altijd een paar weken worden mee behandeld om de kans op ziekte bij hen te verkleinen.
Preventie
Voorkomen van infectie met E.cuniculi bij het konijn is onmogelijk. Vaak weet je niet óf en wanneer het dier is geïnfecteerd. Hygiëne blijft belangrijk om verspreiding te voorkomen, ook omdat de sporen van de parasiet in de omgeving erg hardnekkig zijn. Zorg dus dat het konijnenhok altijd goed schoon is. Ontsmetten van een hok kan met een oplossing van 1:10 met bleek.
Zoönose
In potentie is E. cuniculi besmettelijk voor de mens. Echter, gezonde mensen zijn niet gevoelig voor de ziekte en krijgen geen klachten. Bij mensen met een sterk verminderd afweersysteem kan E. cuniculi wel klachten geven.