Feline Neonatale Isoerythrolysis wordt bij pasgeboren kittens gezien als een belangrijke oorzaak voor het zogenoemde ‘fading kitten syndrome’.
Het is een aandoening waarbij de kittens antilichamen van het moederdier binnenkrijgen die de rode bloedcellen van de kittens gaan afbreken. Het is tot op zekere hoogte te vergelijken met de ‘rhesusbaby’ bij de mens, waarbij er ook een afweer bestaat van de antilichamen van de moeder voor de rode bloedcellen van het kind.
De problemen ontstaan bij moederpoezen met een bloedgroep van type B, waarbij de katers en de aangetaste kittens type A hebben (niet aangetaste kittens kunnen zowel bloedgroep A als B hebben).
Doordat de placenta bij de kat niet doorlaatbaar is voor antilichamen, worden de kittens gezond geboren en komen pas in de problemen wanneer ze de eerste moedermelk drinken. Deze problemen kunnen binnen uren tot dagen optreden.
Rassen waarbij nogal wat poezen zijn aangetroffen met bloedgroep B zijn: de Abesijn, de Britse Korthaar, de Birmaan, de Devon rex, de Pers, de Scottisch folded ear en de Somali.
Verschijnselen die gezien kunnen worden zijn verminderde groei, bloedarmoede, kittens stoppen met drinken, geelzucht en rood/bruine verkleuring van urine. Ook kunnen ze sterven zonder enige verschijnselen.
De behandeling bestaat uit het weghalen bij de moeder gedurende de eerste 3 dagen. Ze mogen namelijk geen moedermelk van de betreffende poes meer binnenkrijgen. Ze dienen dan handmatig gevoerd te worden. Na 3-4 dagen kunnen ze dan weer terug bij het moederdier, na 3 dagen kunnen namelijk de antilichamen uit de moedermelk niet meer door de darmwand van de kittens heen en veroorzaken daardoor geen problemen meer.
Het is wel zaak om bij latere oudercombinaties dan eerst de bloedgroepen te laten bepalen.