Feline Leukemievirus (FeLV) wordt ook wel kattenleukemie genoemd.
Het Feline Leukemievirus, FeLV of Leukose, is een virus bij de kat en kan verschillende ziektebeelden geven. Het kan o.a. op de lange termijn leiden tot gezwellen. Meestal geeft de ziekte echter klachten als gevolg van onderdrukking van de weerstand. Hieronder bespreken we alleen dit laatste ziektebeeld.
Als een kat besmet is met FeLV ontstaat er een weerstandsonderdrukking, die meestal in 2 fasen verloopt.
Een deel van de katten zal na het doorlopen van de eerste fase het virus verslaan en een goede weerstand tegen het virus ontwikkelen. Ze kunnen echter ook levenslang virusuitscheider worden. Hoe jonger het dier is tijdens de eerste fase en hoe ernstiger de klachten zijn tijdens de eerste fase, des te groter is de kans op een blijvende infectie en het optreden van de tweede fase.
De verschijnselen kunnen dus per kat sterk variëren. Bij de eerste ziektefase kunnen er algemene symptomen optreden, maar er kan ook zwelling van lymfeklieren en bloedarmoede optreden. Vaak wordt deze fase niet opgemerkt, of niet als zodanig herkend aangezien de symptomen passen bij een heleboel andere ziekten.
Na maanden of jaren kan de tweede fase ontwikkelen. Hierbij kunnen voortplantingsstoornissen optreden, zoals verminderde vruchtbaarheid of abortus tijdens de dracht. Allerlei gezwellen kunnen gezien worden. Er kan bloedarmoede optreden en er kunnen verschillende secundaire infecties optreden. Er is zelfs een acute verlamming van beide achterpoten mogelijk.
De infectie van de dieren vindt plaats door direct contact met een besmette kat, via het speeksel. Het virus komt ook voor in traanvocht, urine en in ontlasting. Voor overdracht is een langdurig direct contact nodig tussen virusuitscheiders en gevoelige dieren (overdracht via speeksel of via bijtwondjes). Kittens kunnen ook al in de baarmoeder geïnfecteerd worden. Catteries en huishoudens met meerdere katten zijn risicoplekken. Er vindt een efficiënte verspreiding en persistentie van het virus plaats.
Het virus is buiten de kat weinig resistent en binnen enkele seconden tot minuten niet meer infectieus. Indirecte overdracht speelt dus geen belangrijke rol.
Wanneer een kat besmet is en geen ziekteverschijnselen vertoont, hoeft deze ze ook niet altijd te krijgen. Een aanzienlijk deel van de dieren overwint het virus.
Diagnostiek en behandeling van FeLV
Via testen in het bloed is een besmetting aan te tonen. Dit is pas 4-6 weken na infectie mogelijk. Wanneer een dier positief op de infectie wordt getest, en na 3 maanden wederom positief test, zal deze een blijvende besmetting hebben en de ziekte dus niet de baas kunnen.

De behandeling is lastig, aangezien er alleen de secundaire infecties bestreden kunnen worden. De prognose voor de lange termijn is niet goed, maar de dieren kunnen nog 3 jaar overleven. Helaas overlijden ze uiteindelijk aan secundaire infecties. Er wordt momenteel geëxperimenteerd met nieuwe behandelwijzen, maar deze hebben forse bijwerkingen en nog geen duidelijk positief effect op het welzijn van de kat.
Wanneer een viremische kat (= een kat die het virus in de bloedbaan heeft, een drager) contact heeft gehad met een cattery, kan de volgende strategie worden toegepast:
- Alle katten testen op viremie, en vervolgens:
- Alle viremische katten isoleren
- Ondanks de lage resistentie van het virus toch de omgeving, voeder en kattenbakken reinigen en desinfecteren.
- Geen nieuwe dieren aan de groep toevoegen en dieren die net gekomen zijn apart houden, tot ze 2x getest zijn met 3 maanden tussentijd.
- Na 3 maanden de test herhalen: om blijvend besmette dieren te identificeren en dieren op te sporen die de eerste keer in de incubatiefase zaten.
- Verwijderen van blijvend besmette dieren (overplaatsing/euthanasie)
- Opheffen isolatie nadat bij alle aanwezige katten twee bloedtests met 3 maanden tussentijd negatief zijn gebleken.
- Alle nieuwe dieren, die aan het collectief toegevoegd zullen worden, moeten 2x getest zijn en beide keren negatief.
- Al het contact met andere, mogelijk viremische, dieren moet worden vermeden.