De ziekte konijnensyfilis
Konijnensyfilis wordt veroorzaakt door de bacterie Treponema cuniculi. Deze bacterie komt alleen bij konijnen voor en kan dus geen verschijnselen geven bij de mens.
Konijnensyfilis is een geslachtsziekte en kan overgedragen worden door seksueel contact, maar ook via direct contact met de aangetaste huid van een besmet konijn. Een konijntje kan ook direct bij de geboorte besmet raken wanneer de moeder de bacterie bij zich draagt.
Wanneer een konijn besmet raakt duurt het ongeveer 3 tot 6 weken voordat het konijn verschijnselen gaat vertonen. Niet elk konijn dat besmet is gaat ook verschijnselen vertonen. Konijnen die wel besmet zijn, maar geen ziekteverschijnselen vertonen, worden symptoomloze dragers genoemd. Er wordt gedacht dat tot wel 25% van de konijnen besmet is met syfilis. Bij de dragers kan het zijn dat er toch symptomen op gaan treden in tijden van stress.
De symptomen
De klachten beginnen vaak met roodheid en zwelling van het slijmvlies bij de geslachtsorganen. Er ontstaan zweertjes, hierop vormen zich uiteindelijk korsten. Een konijn eet zijn eigen blinde darmkeutels op, dit is noodzakelijk voor een goede vertering van de voedingsstoffen. Hierdoor en door wassen, kan een konijn ook zijn neus, oogleden en pootjes besmetten. Het kan echter ook zo zijn dat er alleen ontsteking en korsten aan de mond en/of neus te zien zijn. De korsten kunnen soms de vorm aannemen van hoorntjes.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Op basis van de klinische verschijnselen is een waarschijnlijkheidsdiagnose te stellen. Laboratoriumonderzoek kan de diagnose bevestigen.
De behandeling
Gelukkig is deze aandoening goed te behandelen met een aantal injecties met antibiotica.
De antibiotica die nodig is kan bij konijnen niet via de bek gegeven worden, omdat dit een dysbacteriose in de darmen kan geven. Wanneer je de darmflora van een konijn verstoort kan dit ernstige gevolgen hebben. De antibiotica wordt daarom via injectie toegediend.
In sommige gevallen wil een besmet konijntje minder eten door pijn in het bekje, of heeft hij minder eetlust door de toxines die de afstervende bacteriën in het bloed uitscheiden. Dan is ondersteuning en dwangvoeding nodig.
In de meeste gevallen is de ziekte na behandeling volledig verdwenen. Echter het konijn is dan niet immuun voor een herbesmetting.