De vossenlintworm (Echinococcus Multilocularis) is een relatief onbekend broertje van de “gewone” honden- en kattenlintworm en wordt voornamelijk verspreid via de ontlasting van vossen. De worm is met het blote oog niet te zien. De eitjes die uitgescheiden worden, worden opgenomen door wilde knaagdieren, de tussengastheren. In de lever van de tussengastheer ontwikkelt het eitje zich tot een blaaswormstadium. De vos raakt vervolgens besmet door besmette knaagdieren op te eten, waarna de lintworm zich kan ontwikkelen tot volwassen worm in de vossendarm.
De vossenlintworm kwam tot 1999 alleen in Centraal Europa voor, maar wordt nu ook in het Noordwesten van Europa gesignaleerd. Hij komt inmiddels voor in België, Oost- en West-Frankrijk, Duitsland, Denemarken, Zweden, Polen, Tsjechië, de Baltische Staten, Luxemburg, Zwitserland en Oostenrijk. Sinds kort komt de vossenlintworm ook steeds meer in Nederland voor. Hij is aangetroffen in de gebieden rondom Maastricht, waarbij het percentage besmette vossen is toegenomen van 9% naar 50% van de dieren. Hiermee is de kans op besmetting van mensen, honden en katten een stuk groter geworden.
Honden en katten kunnen zich besmetten door het eten van besmette knaagdieren of opname van de eitjes uit de omgeving. En hoewel honden, katten en vossen er niet zoveel last van hebben, kan de parasiet voor mensen dodelijk zijn. De mens is geen echt geschikte gastheer, maar kan wel geïnfecteerd worden door inname van eitjes, die zich op uitwerpselen, in de vacht of in de omgeving van geïnfecteerde dieren bevinden. Voornamelijk mensen die zich veel in de buurt van het bos bevinden en landbouwers zijn de grootste risicogroep.
De ziekte die ontstaat bij mensen wordt Alveolaire Echinokokkose (AE) genoemd. Het kan lang duren voordat er problemen ontstaan. De eitjes kunnen 5 tot 15 jaar de tijd nemen om klachten te veroorzaken en vervolgens zijn de verschijnselen niet-specifiek, zoals buikpijn, kortademigheid of geelzucht. Bij besmetting worden er blazen in het lichaam gevormd, waarbij als eerste de lever wordt aangetast en vervolgens de andere organen.

Vossenlintworm, blaas in lever (Bron: Dhr. P.Overgaauw)

Blaas na chirurgisch verwijderen.
(Bron: Dhr. P.Overgaauw)
Doordat de diagnose pas in een laat stadium gesteld kan worden, is de behandeling van AE langdurig, met zelfs eventueel chirurgie om de blaasworm te verwijderen. Indien onbehandeld, kan de ziekte tot sterfte leiden. In Nederland zijn er sinds 2008 drie mensen besmet geraakt, die de infectie mogelijk in Nederland hebben opgelopen. Vooralsnog lopen mensen nog geen grote kans om de infectie op te lopen. Het is echter wel belangrijk om voorzorgsmaatregelen tegen besmetting te nemen.
Hoe kan een mens zich besmetten:
- Direct contact met de vacht van geïnfecteerde tussengastheren, waarbij de eitjes via de handen in de mond kunnen komen.
- Eten van ongewassen wilde bosvruchten (bramen, frambozen, bosbessen), zelf geplukte paddenstoelen, drinken van water uit beekjes, eten van gevallen fruit.
- Contact met aarde (tuinieren), die is besmet met eitjes uit honden- of vossenontlasting.
Voorzorgsmaatregelen:
- Was of kook wilde bosvruchten zorgvuldig, hetzelfde geldt voor groente.
- Was na het werken in de tuin of na contact met honden of katten in besmette gebieden grondig uw handen met zeep.
- Blijf uit de buurt van vossenholen, laat uw hond er niet bij in de buurt.
- Raak kadavers of uitwerpselen niet met blote handen aan. Gebruik handschoenen.
- Ontworm honden en katten in Zuid-Limburg en Oost-Groningen elke 4 weken. Dit geldt ook voor dieren die hier op vakantie gaan.
- Ontworm honden en katten die op vakantie zijn geweest in besmette gebieden 2 dagen achter elkaar, voer de ontlasting af via het huishoudelijk afval, niet via GFT-afval.
- Informeer bij uw dierenarts welk ontwormingsmiddel het meest geschikt is.