KCS oftewel Droge ogen syndroom
Keratoconjunctivitis sicca (KCS), oftewel droge ogensyndroom
Het droge ogensyndroom, of KCS (Keratoconjunctivitis Sicca) is een aandoening waarbij er kleine of grotere delen van het hoornvlies (de cornea) van het oog uitdrogen. Dit kan ontstaan door een verkeerde samenstelling van de traanfilm, of door een te lage traanproductie.
De traanfilm is opgebouwd uit 3 lagen. De buitenste laag is een vetlaagje dat geproduceerd wordt door de (talg)kliertjes van Meiboom op de oogleden. Deze laag voorkomt dat het traanvocht snel verdampt. Door knipperen wordt er extra talg uit de kliertjes gedrukt. De middelste laag, die 95% van de traanfilm omvat, is een waterige laag, die geproduceerd wordt door de traanklieren. Deze waterige fractie heeft als voornaamste functie het oog schoonspoelen en opvullen van onregelmatigheden op het hoornvlies. Het licht wordt daardoor optimaal doorgelaten in het oog voor een goed zicht. Het binnenste laagje traanfilm is een slijmlaagje, dat geproduceerd wordt door het bindvlies van het oog. Het hoornvliesoppervlak heeft een afstotende werking op water, het slijmlaagje zorgt dat de traanfilm aan het oog blijft plakken.
In de meeste gevallen wordt KCS veroorzaakt door een probleem met de waterige fractie van de traanfilm.
KCS komt regelmatig voor bij de hond en af en toe bij de kat. Rassen waarbij het vaker voorkomt zijn bijvoorbeeld de langharige Teckel, de English Bulldog, Cocker Spaniël, Cavalier King Charlies Spaniël en de West Highland White Terriër. Bij katten zien we het voornamelijk bij de kortneuzige en groot-ogige katten, zoals Perzische katten en de Brits Korthaar.
Er zijn meerdere oorzaken waardoor dit probleem optreedt. Het kan een aangeboren afwijking van de traanklieren zijn, er kan een ontsteking of trauma van de traanklier of van de zenuwvoorziening spelen of er kan een tumor aanwezig zijn. Het derde ooglid (membrana nictitans) zit meestal in de ooghoek bij de neus en schuift voor het oog als beschermingsmechanisme. Dit derde ooglid, of membrana nictitans, bevat een klier die bijdraagt aan de traanproductie. Verwijdering van het derde ooglid kan ook een oorzaak zijn van droge ogen. Ook kan er medicatie gebruikt zijn, waardoor de traanproductie verstoord wordt. Een probleem in het afweersysteem van het dier zelf kan een rol spelen, waarbij de klier van de traanproductie aangetast wordt. Helaas is er in de meeste gevallen van KCS niet te achterhalen wat de oorzaak is.
Verschijnselen
Honden en katten die lijden aan Keratoconjunctivitis Sicca hebben meestal last van een ontsteking van het slijmvlies van het oog(conjunctivitis), waarbij er soms ook slijmige of purulente uitvloeiing zichtbaar is. Er kan ook een ontsteking bestaan, zonder dat er een traanstreep bij de ooghoek zichtbaar is. Door de pijnlijkheid van het oog kunnen de dieren met de ogen knijpen. Bij minder ernstige gevallen kan het opvallen dat het oppervlak van het hoornvlies wat onregelmatig of dof lijkt. Als het probleem langer bestaat, kan er een beschermingsmechanisme van het hoornvlies optreden: er ontstaat dan een laagje pigment op het hoornvlies. Indien het oog behandeld wordt, kan het meerdere maanden duren voordat dat pigment weer wegtrekt. Het oog staat via de traanbuis in verbinding met de neus. Bij KCS kan er dan ook eenzijdig (of beiderzijds, indien het beide ogen betreft) een droge neus aanwezig zijn.

Diagnostiek
Er is een eenvoudige methode om de traanproductie te meten, door middel van een stripje in het oog, dat 1 minuut onder het ooglid moet blijven zitten. Vervolgens wordt bekeken hoeveel traanvocht er opgekropen is over het stripje heen, in die minuut tijd. De waarde moet tussen de 15 en 25 mm liggen. Als deze lager is dan 10mm, dan is er sprake van KCS.
Bij de oogheelkundig specialist is het ook mogelijk om te laten bepalen welk onderdeel van de traanfilm afwijkend is, daarop kan vervolgens een aanvullende behandeling worden ingesteld.
Therapie
Bij droge ogen syndroom is het in de meeste gevallen nodig om levenslang te behandelen. Het hangt van het individuele dier af welke medicatie daar precies voor nodig is en in welke frequentie. Soms kunnen dieren bijvoorbeeld met alleen kunsttranen behandeld worden, maar helaas is er meestal intensievere zorg met zalf nodig.
Prognose
De prognose is in het algemeen beter bij patiënten waarbij de aandoening vroegtijdig wordt gediagnosticeerd en behandeld.