
Het officiële dierenpaspoort, niet zomaar een boekje.
Het officiële dierenpaspoort, niet zomaar een boekje.
Het officiële dierenpaspoort is niet zomaar een boekje, maar een document waar allerlei eisen en verplichtingen aan zitten. Aangezien het hier om verplichte onderdelen gaat, willen we aangeven wat de eisen nu daadwerkelijk zijn.
Zodat u, als eigenaar, kunt controleren of alles goed ingevuld is en minder kans hebt om in de problemen te komen bij eventuele controles. We zien namelijk met regelmaat nog paspoorten van dieren, die niet correct zijn ingevuld. We zijn dan verplicht om een heel nieuw paspoort uitschrijven, wat extra kosten met zich meebrengt en soms ook onbegrip. Het gaat hier echter om wettelijke regels en dus is het verplicht.

In onderstaande tekst zullen we een reeks zaken omtrent het officiële dierenpaspoort toelichten.
Sinds 1 april 2013 is het verplicht om alle puppy’s vóór 7 weken oud te chippen en te registreren. Daar hoorde meestal een paspoortje of vaccinatieboekje bij.
Sinds 29 december 2014 zijn de nieuwe EU-paspoorten verplicht, indien het dier naar het buitenland gaat. Wanneer het dier voor deze datum geregistreerd is en het oude paspoort is correct en volledig ingevuld, dan mag deze nog gebruikt worden als reisdocument. Indien het oude paspoort niet geheel correct is ingevuld, dan moet hij vervangen worden door het nieuwe EU-paspoort. Het oude boekje mag dan nog wel als “vaccinatieboekje” gebruikt worden, maar de EU-kenmerken dienen er dan uit gehaald te worden. Om misverstanden te voorkomen kan het beste aan de binnenzijde van de kaft genoteerd worden, dat dit boekje niet geschikt is voor reizen naar het buitenland.
Hoe herken ik of een EU-dierenpaspoort correct, fout of oud is?
De Europese wetgeving (Uitvoeringsverordening (EU) 577/2013) beschrijft dat de voorzijde (omslag) en elke bladzijde van het paspoort de ISO-landcode van de lidstaat van afgifte gevolgd door een unieke alfanumerieke code moet bevatten. ISO-landcodes kunnen bestaan uit 3 cijfers: 528, 2 letters: NL en 3 letters: NLD (de genoemde cijfers en letters zijn van toepassing op Nederland).
In Nederland is besloten dat op de Nederlandse EU-dierenpaspoorten de 3-cijferige landcode gevolgd wordt door ‘NL’, zodat duidelijk is dat het om Nederlandse paspoorten gaat. Tevens is destijds gekozen dat NL gevolgd wordt door een hoofdletter die staat voor de leverancier van de EU-dierenpaspoorten. Voor Nederlandse EU-dierenpaspoorten wordt de code dus als volgt: 528-NL-K00000 (‘K’ staat in dit geval voor KNMvD).
Hoe ziet een oud of fout paspoort eruit?
Wanneer bij een Nederlands EU-dierenpaspoort de landenletters vooraan staan of er geen letters in de code staan, is het niet een EU-dierenpaspoort die voldoet aan de huidige norm en mag deze dus niet uitgegeven zijn na 29 december 2014.
Dus de kenmerken van een correct Nederlands EU-dierenpaspoort zijn:
- Het unieke serienummer van EU-dierenpaspoorten uit Nederland begint met 528-NL, vervolgens een hoofdletter ter identificatie van de leverancier en eindigt met een uniek nummer.
- Het unieke serienummer staat onderaan elke pagina in het EU-dierenpaspoort.
Mochten we verplicht zijn een nieuw paspoort te maken dan zullen de bekende gegevens uit het oude paspoort overgenomen moeten worden in rubriek XII. Diversen. Ook moeten het oude en nieuwe paspoortnummer genoteerd worden in onze eigen administratie.

Wat is verplicht qua invullen bij het officiële dierenpaspoort?
Sinds 2020 moeten alle pups het blauwe EU-dierenpaspoort hebben, zodra ze gechipt zijn. Let wel: eerst dient het dier gechipt te zijn en dan pas mag het paspoort pas uitgegeven worden.
Indien een dier niet binnen de wettelijk vastgestelde termijn is gechipt en geregistreerd dan is de diereigenaar hier zelf voor aansprakelijk.
Zoals eerder genoemd is het EU-dierenpaspoort een officieel identificatiedocument en zitten er strenge eisen aan het meegeven en het invullen. Het is bijvoorbeeld wettelijk verboden om een blanco of onvolledig ingevuld paspoort mee te geven. Dit geldt voor alle EU-dierenpaspoorten en niet alleen degene die bedoeld zijn voor honden.
De rubrieken I tot en met IV moeten allemaal volledig ingevuld zijn.


Afwijkingen in de gezondheid, die worden geconstateerd bij de afgifte van het paspoort, dienen op de daarvoor bedoelde plek genoteerd te worden.
Nogmaals: Het officiële dierenpaspoort mag alleen door een dierenarts worden uitgegeven, nadat het dier gechipt is of na het aflezen en controleren dat het dier daadwerkelijk al gechipt is. In het paspoort moet dus ook aangestreept worden of de chip geplaatst is of afgelezen (bij voorkeur zowel op de Nederlandse regel als de Engelse). Dit geldt in het geval van het officiële dierenpaspoort dus voor alle diersoorten. (Dit geldt niet voor een vaccinatieboekje, alleen mag dit niet meer bij pups en je mag hiermee niet naar het buitenland)
Het is belangrijk dat het officiële dierenpaspoort op de juiste manier is ingevuld als u een nieuwe pup gaat ophalen. De hierop volgende informatie kan u helpen om te bepalen of het paspoortje juist is ingevuld. Mocht dit niet het geval zijn, dan kan het zijn dat het hondje illegaal in Nederland is gekomen en mag hier aangifte van worden gedaan bij de NVWA.
Het EU-dierenpaspoort is een officieel identificatiedocument.
Over de voorzijde en de landencodes is hierboven al gesproken.
Bij Rubriek I. Gegevens van de eigenaar is ook de handtekening van de eigenaar verplicht.
De adresgegevens van de eigenaar mogen met een sticker worden ingevuld, en deze informatie hoeft niet geseald te worden.

Bij Rubriek II moeten de gegevens van het dier ingevuld worden, inclusief naam en geboortedatum van het dier.
Mocht een dier bij de uitgifte van een EU paspoort uit het buitenland komen of de herkomst is onbekend dan is het zaak om dit duidelijk te noteren om te voorkomen dat ze doorverkocht worden als zijnde van Nederlandse herkomst. Bij het invullen van ‘Rubriek I. Gegevens van de eigenaar’, kan dan worden aangeven dat de eerste eigenaar onbekend is. Bij ‘Land/Country’ kun je het land van herkomst noteren als dit bekend is, of onbekend/unknown. Bij tweede eigenaar worden dan vervolgens de gegevens van de huidige eigenaar ingevuld worden.
Bij Rubriek III wordt de merking aangegeven. Verplicht is het chipnummer, de datum van chippen of aflezen (het is verplicht door te strepen wat niet van toepassing is) en de lokalisatie van de chip. Indien dit niet volledig correct gedaan is dan moet er een nieuw paspoort aangemaakt worden. De chippagina moet gelamineerd zijn.

Bij Rubriek IV, de informatie over de afgifte van het paspoort, moeten alle gegevens ingevuld worden, inclusief de naam van de dierenarts (dus niet de praktijk) die het paspoort heeft afgegeven.
Ook de voornaam of voorletters moeten genoteerd worden. Tenslotte hoort hier een handtekening (geen paraaf) en een stempel. (NB: indien deze gegevens niet correct zijn ingevuld kan een diereigenaar aan de grens worden tegengehouden). Een uitzondering is het e-mailadres, deze hoeft niet per se ingevuld te worden.
Mocht de dierenarts zijn adresgegevens met behulp van een sticker ingevuld hebben, dan dient deze geseald te zijn. De adresgegevens mogen ook met een stempel geplaatst worden en dan is er geen seal nodig.
Mocht bijvoorbeeld de handtekening van de dierenarts die het paspoort heeft uitgegeven ontbreken, dan is het paspoort niet geldig. In dat geval zijn er 2 mogelijkheden: of er wordt een nieuw paspoort afgegeven of de eigenaar gaat langs de betreffende dierenarts voor een handtekening.
Indien een hond uit het buitenland komt en er wordt een nieuw paspoort geschreven, dan dient dit genoteerd te worden in de Rubriek XII. Diversen. Hier moet het land genoteerd worden en indien aanwezig de alfanumerieke code.

Indien een dier naar het buitenland gaat dient ook Rubriek V volledig ingevuld en gelamineerd te zijn.

Met buitenland wordt elke grensoverschrijdende actie bedoeld. Dus ook een dagje naar België of winkelen net over de grens in Duitsland.
Ingevuld moet zijn: De rabiëssticker (of handmatig ingevuld de fabrikant, vaccinnaam, batchnummer), de vaccinatiedatum, de datum “geldig vanaf” en de datum “geldig tot”.
Wanneer een dierenarts in een bepaalde rubriek in het paspoort een datum of tijd moet invullen, dan dient dit te gebeuren in het volgende format:
Datum: dd/mm/jjjj
Tijd: 00:00
Verder moet er zowel de naam van de dierenarts, met voorletters, als ook de handtekening geplaatst zijn. Tenslotte moeten het adres en telefoonnummer van de dierenartspraktijk genoteerd staan. Het lamineren van de rabiëssticker is verplicht, maar het beter is het om de hele strook te lamineren.
Rubriek VII en VIII
Mocht een dier naar een land gaan waarbij eisen gesteld worden wat betreft ontworming en/of behandeling van teken, dan dient dit deel na invullen ook gelamineerd te worden. Lees meer


Paspoort is kwijt: wat doe je met de chip of rabiësvaccinatie?
Het komt voor dat een paspoort zoek is geraakt terwijl een dier al wel gevaccineerd is tegen rabiës.
Wat in zo’n situatie te doen? Er zijn hierbij een aantal mogelijkheden:
- Wanneer de dierenarts zelf de chip heeft ingebracht én rabiës heeft toegediend en dit ook gedocumenteerd heeft, mag dit in een nieuw paspoort overgenomen worden. De dierenarts vult dan in het EU-dierenpaspoort de “datum van inbrengen” in bij “Merking van het dier”, zoals in de administratie terug is te vinden en vervolgens de rabiësvaccinatie met batchnummer. Hier is dus niet per se een sticker nodig. De geschreven rabiësvaccinatie moet wel gelamineerd worden.
- Wanneer de dierenarts niet zelf de chip heeft ingebracht, moet de chip opnieuw afgelezen worden. De dierenarts vult in het nieuwe EU-dierenpaspoort ”datum van aflezen” in en moet daarna een nieuwe rabiësvaccinatie toedienen. De rabiësvaccinatie moet namelijk altijd na het zetten of aflezen van de chip toegediend zijn. Een uitzondering is de situatie waarbij de dierenarts in het verleden de chip niet alleen heeft afgelezen maar dit ook correct heeft vastgelegd in zijn dossier. In dat geval geldt de bovenstaande situatie.
- Wanneer de dierenarts niet zelf de rabiësvaccinatie heeft toegediend, dan moet de vaccinatie opnieuw gegeven worden nadat de chip is afgelezen. De dierenarts noteert “datum van inbrengen” wanneer hij deze in het verleden wel heeft ingebracht en dit gedocumenteerd heeft. De dierenarts noteert “datum van aflezen” wanneer hij deze in het verleden niet zelf heeft ingebracht.
Let wel: de chip moet dus altijd gecontroleerd worden vooraf aan de rabiësvaccinatie, zodat zeker is dat de chip aanwezig en leesbaar is en dit het juiste dier betreft.