Kattengras, niet te verwarren met kattenkruid (catnip), is vaak erg interessant voor katten. Hoewel het echte carnivoren zijn, vinden veel katten het heerlijk om op gras te kauwen en het zelfs op te eten.
Kattengras betreft niet één specifieke soort gras. In Nederland wordt de parapluplant (Cyperus alternifolius) vaak als kattengras verkocht. Deze plant kan ook binnengehouden worden en heeft weinig onderhoud nodig.
Andere soorten die als kattengras gebruikt kunnen worden zijn bijvoorbeeld havergras en tarwegras.
Naast het feit dat katten het gewoon lekker vinden om op kattengras te kauwen, kan het ook nuttig zijn. Het zorgt ervoor dat de kat extra vezels binnenkrijgt en kan helpen bij het uitbraken van haarballen. Het voordeel is ook dat het ze afleidt van andere planten in huis waar ze graag aan knagen en die mogelijk giftig kunnen zijn.
Aan kattengras zit wel een klein risico. Een grasspriet kan namelijk in de keel belanden of via de keel in de neusholte, en hier vast blijven zitten. De kat zal dan veelvuldig kokhalzen en slikken, helaas vaak zonder resultaat. De grasspriet zal dan door de dierenarts onder narcose verwijderd moeten worden. Let wel, hoe langer de spriet erin zit, des te lastiger kan het worden om hem in zijn geheel eruit te krijgen. De grasspriet wordt namelijk in de loop van de tijd steeds zachter en breekt dan bij het vastpakken in kleine stukjes.
Mocht uw kat ineens opvallend veel gras eten, dan kan dit ook een teken van misselijkheid zijn. Het is dan ook aan te raden om uw kat in dat geval na te laten kijken bij de dierenarts.
