Konijn en castratie / sterilisatie
In de volksmond wordt bij vrouwelijke dieren over sterilisatie gesproken en bij mannelijke dieren over castratie. Technisch gezien gaat het bij beiden meestal om een castratie. De testikels en de eierstokken worden verwijderd en niet alleen afgebonden. Steriliseren kan in principe ook, hierbij wordt het konijn onvruchtbaar, maar de positieve gevolgen vanwege wegvallen van geslachtshormonen worden hierbij niet bereikt.
Het wordt aangeraden om zowel het mannelijke als het vrouwelijke konijn te castreren. Bij het mannelijke dier niet vanwege gezondheidsvoordelen, maar om de overdreven sexuele drift tegen te gaan. Een ongecastreerd mannetje is slecht te plaatsen bij soortgenoten.
Bij vrouwelijke konijnen komen kwaadaardige tumoren van de baarmoeder veel voor 50 tot 80% van de vrouwelijke konijnen ouder dan 4 jaar heeft baarmoederkanker. Om dit te voorkomen is het advies om de voedster jong te laten castreren (rond 6 maanden leeftijd).
Bij konijnen is het narcoserisico iets groter dan bij de hond en de kat. Maar we hebben echter alles bij de hand om dit risico zo klein mogelijk te houden, van speciale larynxmaskers tot uitgebreide mogelijkheden voor bewaking tijdens de narcose. Ook met het narcoserisico in het achterhoofd wegen de voordelen van castreren ruimschoots op tegen de nadelen van niet castreren.
Rammelaars kunnen we castreren vanaf 8 weken leeftijd, mits de testikels te zien zijn.