We hebben veel mogelijkheden qua behandeling. Het voert te ver om ze allemaal te benoemen, we hebben dus een selectie gemaakt.
Mogelijkheden
- Anesthesie (narcose)
- Gebitsbehandeling
- Infusen
- Konijnengeneeskunde
- Laparoscopie
- Laserbehandeling
- Operatiekamer
- Titreren
- Vogelgeneeskunde
- Cryochirurgie
Om de risico’s van narcose zo klein mogelijk te maken hebben we zeer uitgebreide mogelijkheden tot bewaking.
Het verantwoord onder anesthesie brengen van dieren bevat veel facetten. Het meest bekend is de injectienarcose. Met een injectie zijn we er echter in veel gevallen nog niet. Zelfs bij kleinere ingrepen waarbij in principe alleen een narcose via een injectie in een spier of bloedvat nodig is om het dier voldoende bewusteloos en pijnvrij te krijgen en geen toediening van narcose via zuurstof met een narcosegas nodig is, is de toediening van zuurstof een factor die de kans op problemen verkleint. In een aantal gevallen is het risico van de “normale”, gebruikelijke injectienarcose te groot en gaan we over tot alternatieve vormen van narcose waarbij het gebruik van gasanesthesie zeer belangrijk wordt.
Daarnaast is natuurlijk de bewaking van de basale lichaamsfuncties van de patiënt onder narcose van groot belang. Om dit te optimaliseren hebben we een anesthesietoestel in zowel de gebitsruimte als in de operatiekamer. Hierdoor hoeven we dus, ook bij patiënten die bijvoorbeeld een ernstig hartprobleem hebben en een aangepaste narcose vereisen, geen (vaak vieze) gebitten te behandelen in de (zo schoon mogelijke) operatiekamer. Beide apparaten zijn tevens voorzien van zeer uitgebreide bewakingsapparatuur. We hebben een ECG (hartbewaking), een capnograaf (bewaking voor de ademhaling), bewaking van de lichaamstemperatuur, we kunnen het percentage zuurstof en narcosegas in de ademhaling meten, enz.

Het reinigen van een gebit is een behoorlijk werk. Op onze praktijk wordt regelmatig een professionele gebitsbehandeling uitgevoerd.
De gebitsunit maakt het mogelijk om een gebit goed te kunnen reinigen. Hierbij wordt het gebit grondig schoongemaakt, eerst met handinstrumentarium, daarna met ultrasoon-apparatuur. Het gebit wordt geïnspecteerd op ontstekingen van het tandvlees, terugtrekking van het tandvlees rondom wortels of tandhalzen en losse elementen. Indien er gebitselementen zijn die als verloren beschouwd moeten worden, dan worden deze getrokken. Daarna wordt het gebit gepolijst om de microscopisch kleine delen tandplak te verwijderen. Indien er niet gepolijst wordt, is het schoonmaken nutteloos.

Vaak zijn gebitspatiënten nog relatief jong, maar ook (zeer) oude huisdieren kunnen bij ons op een verantwoorde wijze aan hun gebit worden geholpen. Op basis van een gedegen lichamelijk onderzoek en specifieke vragen aan de eigenaar krijgen we een goede indruk van de gezondheid van onze gebitspatiënt. De leeftijd van een huisdier is op zich nooit een reden om het dier niet van z’n gebitsproblemen af te helpen! Om het narcoserisico zo klein mogelijk te maken en de narcose optimaal af te stemmen op de patiënt, is het mogelijk vooraf een bloedonderzoek uit te voeren. Tevens kan er een waakinfuus worden aangelegd voor verbetering van de doorbloeding van de organen tijdens de narcose. Wel kan de leeftijd een reden zijn om sneller van tevoren bloedonderzoek te doen en/of over te gaan tot het plaatsen van een waakinfuus.
Na de behandeling worden door één van onze paraveterinairen de mogelijkheden die er zijn om de aanzet van nieuw tandplak en tandsteen zoveel mogelijk te vertragen besproken met de eigenaar.

Bij de behandeling van dieren wordt het steeds belangrijker om dit ook te kunnen doen via het bloedvat. Bij mensen wordt in het ziekenhuis bij opnames en/of operaties vrijwel standaard een infuus aangesloten. Bij dieren blijkt ook steeds meer dat dit, afhankelijk van de aandoening, erg belangrijk is voor een optimale uitkomst van de behandeling. Het meest bekend is het gewone druppelinfuus, maar in een aantal gevallen is een hogere nauwkeurigheid gewenst. Om die reden hebben we in de praktijk de beschikking over 2 spuitpompen en 1 infuuspomp. Met beide pompen is het mogelijk om zeer nauwkeurig gedurende langere tijd kleine hoeveelheden medicatie of vocht toe te dienen.

Infuuspomp
Met een spuitpomp is het mogelijk om nauwkeurig over langere tijd medicatie toe te dienen.

Spuitpomp
Wanneer patiënten erg ziek zijn kan het nodig zijn om gedurende langere tijd aan een infuus te moeten liggen. Hierbij zie je vaak dat de dieren moeite hebben hun temperatuur te handhaven en kunnen afkoelen. Het opwarmen van de omgeving is dan niet voldoende. Om dit probleem te ondervangen hebben we een infuuslijn verwarmer.
Met een infuuslijn verwarmer kunnen we ervoor zorgen dat de dieren minder afkoelen door een infuus.
De infuuslijn verwarmer is in staat om de vloeistof die we via het infuussysteem toedienen te verwarmen voordat het vocht het dier bereikt, zodat de patiënten minder afkoelen. Ons model is een speciaal model die ook geschikt is voor hele lage snelheden, zoals we die nodig hebben voor de kleine dieren. Het zijn ook met name de kleine diertjes die het snelst afkoelen.

Konijnen zijn leuke en sociale dieren. Ze worden steeds vaker gehouden en ook veelvuldig voor de gezelligheid. Wat veel mensen niet weten, is dat je een konijn ook commando’s en trucs kunt leren. De clickertraining is hier een goede manier voor. Er worden zelfs behendigheidswedstrijden georganiseerd voor konijnen.
We zien al jaren een toename van het aantal konijnen in onze praktijk. Daarom hebben onze dierenartsen zich meer toegelegd en zullen zich blijven toeleggen op het konijn, zowel in de vorm van extra cursussen en nascholing alsook in de aanschaf van extra instrumentarium.
We hebben bijvoorbeeld speciale wondspreiders, zodat we een goed overzicht houden tijdens een operatie. Verder is bij konijnen het gebit vaak een oorzaak van problemen. Om dit goed te kunnen bekijken en behandelen hebben we aangepast gebitsinstrumentarium en een hoofdlamp aangeschaft. Omdat het knippen van tanden al jaren uit den boze is, hebben we speciale frezen voor het slijpen en corrigeren van het gebit.
Voor veel mensen is het narcose risico een groot obstakel.

Het narcoserisico geldt voor elk dier en ook voor de mens. In het veld zien we echter dat het risico bij het konijn relatief wat hoger is. Om dit risico zoveel mogelijk in te perken hebben we de V-gel aangeschaft. Dit zijn speciale (larynx)maskers waardoor we de konijntjes beter van zuurstof en narcosegassen kunnen voorzien. Tevens kunnen we hiermee de bewaking tijdens een narcose verbeteren.


Op onze dierenartspraktijk is er de mogelijkheid tot laparoscopisch steriliseren. Dit verschilt van een “gewone” sterilisatie, doordat bij laparoscopisch steriliseren de operatie wordt uitgevoerd via 3 kleine sneetjes in de buikwand. Via deze gaatjes kunnen een camera en aanvullend instrumentarium ingebracht worden om de sterilisatie uit te voeren. De buikholte wordt op spanning gebracht door deze te vullen met koolstofdioxide (CO2), zodat met de camera een goed overzicht te krijgen is in de buikholte.
Doordat er ín de buikholte gewerkt wordt, in plaats van erbuiten, is er minder tractie nodig op de organen. Dit geeft minder pijnlijkheid, waardoor een minder diepe narcose gebruikt kan worden. De kleine gaatjes die worden gebruikt, geven een snellere wondgenezing dan bij een conventionele operatie met een wat grotere snede in de middenlijn. Voor grote honden is de laparoscopische sterilisatie een stuk prettiger. Bij de kleinere honden hangt het vooral af van de bouw van de borstkast en hoe strak de eierstokken zitten of de laparoscopische sterilisatie te verkiezen is boven de gewone sterilisatie of niet. Het gewicht van de hond is minder van belang. Voor de kleinere honden hebben we ondertussen speciale trocars (metalen buisjes die door de sneetjes in de buikwand worden ingebracht, waardoor we toegang hebben tot de buikholte) en tangen aangeschaft. Deze zijn niet alleen een stukje kleiner maar ook een stuk lichter.
In deze blog kunt u meer lezen over de voor- en nadelen van laparoscopisch steriliseren.

Bij de laparoscopische sterilisatie worden de bloedvaten niet afgebonden maar dicht gebrand.

Een laserbehandeling kan voor veel verschillende aandoeningen gebruikt worden. Een langer durende lasertherapie wordt bijvoorbeeld ingezet bij de behandeling van pijn en bij zenuwaandoeningen. Daarnaast wordt lasertherapie veelvuldig ingezet ter bevordering van de wondgenezing. Naast deze aandoeningen zijn er nog veel meer indicaties waarbij de lasertherapie zijn nut heeft bewezen. Laserbehandeling kan, behalve voor pijnklachten, ook ingezet worden bij chronische pijnklachten. In dat geval is het wel vaak een blijvende, met regelmaat terugkerende behandeling. Het grote voordeel van de behandeling is dat de laser de natuurlijke genezing bevordert.
Onze dierenartsen hebben de beschikking over een klasse IV laser. Er bestaan allerlei verschillende lasers op de markt waarmee behandeld kan worden. Wanneer het echter gaat om voldoende doordringend vermogen, waarbij de weefsels voldoende bereikt worden, is er echt een klasse IV laser nodig.

De operatiekamer is voorzien van een egale vloer en wanden uit 1 stuk zodat ze makkelijk schoon te maken zijn. Wij maken veel gebruik van gasanesthesie. De bewaking van de patiënt bestaat uit een capnograaf om het ademhalingsritme en de ademgassen te meten. Een ECG om het hart in de gaten te houden en een sensor om de lichaamstemperatuur te meten. Deze apparaten geven, samen met de beoordeling van de slijmvliezen en reflexen van de operatiepatiënt, een goed beeld van de diepte van de narcose. De dieren liggen op een warmtematje, zodat wanneer de lichaamstemperatuur dreigt te zakken we ze kunnen verwarmen.

Bij Dierenkliniek Tiel–Drumpt is het mogelijk om te titreren voor antilichamen. Hierbij wordt via een bloedtest bepaald of er voldoende antilichamen aanwezig zijn tegen een bepaalde ziekte. Bij onze praktijk gebeurt dit met behulp van de Vaccicheck, die werkt met een kleuromslag. Deze test is een stuk goedkoper dan de bepaling bij het laboratorium, maar geeft wel iets meer kans op vals-negatieve uitslagen. Een negatieve uitslag betekent dat er opnieuw gevaccineerd moet worden en bij een vals-negatieve uitslag zou een ‘beschermd’ dier opnieuw een vaccinatie moeten krijgen. Het is maar een zeer klein percentage dieren waarbij dit gebeurt.
De Vaccicheck-test is gevalideerd tot drie jaar. Dit betekent dat afhankelijk van de uitslag, de afweer betrouwbaar is gedurende één, twee of drie jaar. Daarna moet er opnieuw getest worden. Titreren kan voor antilichamen tegen Hondenziekte (Distemper), ziekte van Parvo en Canine Adenovirus (HCC, hepatitis contagiosa canis). Bij de kat kan er getest worden voor Kattenziekte (Feline panleukopenie) en Niesziekte (herpesvirus en calicivirus). Er kan niet getest worden op Leptospirose (Ziekte van Weil) en Kennelhoest.
Voor deze titerbepaling neemt de dierenarts een klein beetje bloed af van de hond of kat. Bij de Vaccicheck is het belangrijk dat de test zeer zorgvuldig wordt uitgevoerd. Gedurende 20 minuten moet één persoon zich met niets anders bezig houden dan deze test, om fouten te voorkomen. Omdat de test zoveel concentratie vereist, worden er meerdere bepalingen tegelijkertijd uitgevoerd. Dit betekent dat er per maand één moment gekozen wordt, waarop de titerbepaling wordt uitgevoerd. De uitslag is vervolgens aan het eind van die dag bekend. De bloedafname kan ook op andere dagen plaatsvinden en het plasma zal dan ingevroren worden tot de dag van de test. Voor pups en kittens kan er tussendoor een bloedafname en bepaling gepland worden, wat wel een hoger tarief met zich meebrengt, aangezien de bepaling een extra keer uitgevoerd moet worden.
Afhankelijk van de hoeveelheid antilichamen dat is aangetoond, kan er na één, twee of drie jaar opnieuw getest worden, waarna opnieuw bepaald wordt of er voldoende bescherming is tegen de geteste ziektes. Voor leptospirose is het huidige advies om sowieso jaarlijks te vaccineren. Mocht de kennelhoest nodig zijn dan is deze, op dit moment, 1 jaar geldig. Het is dus verstandig vóór de vaccinatie eerst het bloed te laten testen, om overbodige kosten te voorkomen.

In onze dierenkliniek heeft dierenarts van Roosendaal zich verdiept in Vogelgeneeskunde. Behalve bij honden, katten, konijnen en knaagdieren, is het ook bij vogels mogelijk om een lichamelijk onderzoek uit te voeren en er zo achter te komen wat eraan scheelt. Het is wel vaak nodig om aanvullend onderzoek te doen, bijvoorbeeld in de vorm van ontlastingsonderzoek, om parasieten en bepaalde bacteriën in de ontlasting aan te tonen. Om dezelfde reden nemen we kropswabs af. Bloedonderzoek behoort ook tot de mogelijkheden, zolang er voldoende bloed afgenomen kan worden (afhankelijk van de grootte van de vogel). Verder is het maken van röntgenfoto’s mogelijk voor het constateren van bijvoorbeeld botbreuken of eieren en kunnen we kleine operaties uitvoeren.

Cryochirurgie (voorheen wrattenspreekuur)
Bij de oudere hond zien we regelmatig wratten als probleem. We noemen dit wel wratten, maar meestal gaat het om goedaardige bindweefsel- of kliergezwelletjes. Vaak zijn ze alleen storend bij het aaien of voor het uiterlijk. Belangrijker is dat wratten kapot gekrabd kunnen worden, waardoor ze gaan bloeden. Omdat het vaak om oudere dieren gaat, is operatieve verwijdering onder narcose regelmatig een bezwaar. Soms is er geen keus en moet het operatief, maar in een aantal gevallen kunnen we dit bezwaar ondervangen door het verwijderen van de wratten door middel van cryochirurgie (behandeling met vloeibaar stikstof).
Afhankelijk van de grootte en de vorm kunnen met cryochirurgie wratten met 1 of meer behandelingen verwijderd worden. Ook is de plek waar de wrat zit van belang. Bijvoorbeeld vlakbij het oog is wegvriezen niet de beste optie, omdat het risico bestaat dat de oogbol aangetast wordt; op dit soort risicovolle plekken gebruiken we deze vorm van therapie dus niet.
Wanneer u interesse hebt om wratten bij uw hond met deze techniek te laten verwijderen, kunt u contact opnemen met de dierenarts. Voorheen moesten we de stikstof speciaal bestellen en hadden we aparte spreekuren hiervoor. De kosten werden echter zo hoog dat we dat destijds hebben moeten stopzetten. Gelukkig is er nu een alternatief beschikbaar. We hebben een nieuw apparaatje aangeschaft waarmee we cryochirurgie kunnen uitvoeren wanneer we dat willen. We zijn nu dus niet meer afhankelijk van een speciaal spreekuur.
Wanneer u een afspraak maakt dan zullen we op dat moment bekijken en bespreken wat de beste optie is voor het behandelen van de bultjes en wat de kansen op slagen zijn. Indien de cryochirurgie een goede optie is dan kan dat direct uitgevoerd worden. Mochten het meerdere bultjes zijn, geef dit dan wel aan bij het maken van de afspraak, dan zorgen we ervoor dat we voldoende tijd inplannen om ze allemaal te kunnen behandelen.

