Kat en entingen
Een relatief eenvoudige manier om uw kat te beschermen tegen een aantal virale infecties is door te vaccineren. Dit is van belang bij katten die buiten komen maar ook voor katten die alleen maar binnen leven.
Het advies-vaccinatieschema van onze praktijk is als volgt:

Wanneer uw kat naar een pension gaat kan het zijn dat er aanvullende entingen gevraagd worden. Vraag dit op tijd na.
Een kitten wordt 2x wordt gevaccineerd met een tussenpoos van drie weken, omdat er in het begin nog veel afweerstoffen van de moeder in het bloed van het kitten aanwezig zijn. Deze ‘maternale antilichamen’ vangen een deel van de vaccinatievirussen weg, waardoor de enting minder goed kan aanslaan. Omdat het per kitten verschilt wanneer deze afweerstoffen weg zijn, dient er meerdere keren gevaccineerd te worden.
Uit de meest recente onderzoeken, gedaan in Nederland, blijkt dat het oude schema van alleen vaccineren op 9 en 12 weken leeftijd soms onvoldoende is. Afhankelijk van de leeftijd en de situatie waar de kat in terecht komt, kan het advies van de specialisten zijn om driemaal te vaccineren op jonge leeftijd. Hierbij zien we vervolgens een duidelijke stijging in de opbouw van antilichamen tegen niesziekte en kattenziekte ten opzichte van dieren die maar twee keer gevaccineerd zijn. Door de drievoudige vaccinatie bouwen er meer geheugencellen op. Hierdoor kan het afweerapparaat van de kat bij een natuurlijke infectie sneller en efficiënter reageren en lopen de dieren een beduidend kleiner risico om in het eerste jaar niesziekte op te lopen.
De ziektes waartegen gevaccineerd wordt zijn:
Kattenziekte
Kattenziekte wordt veroorzaakt door een virus dat met name de sneldelende cellen van de darmen aantast. Dit kan met name bij jonge, onbeschermde dieren leiden tot heftige buikpijn, diarree en sterfte. Volwassen dieren lopen minder risico, omdat zij meestal al beschermd zijn door vaccinaties. Het virus is heel resistent en kan jarenlang in de omgeving aanwezig blijven. Hierdoor is het mogelijk dat dieren ziek worden zonder contact met andere katten.
Niesziekte (en Chlamydia)
De term niesziekte wordt vaak gebruikt voor elke luchtweginfectie van de kat die begint bij de voorste luchtwegen. De eigenlijke niesziekte in nauwere zin is een aandoening die veroorzaakt wordt door meerdere virussen, bacteriën en chlamydiae (hierbij gaat het om een andere stam dan degene die een probleem bij de mens veroorzaakt). De virussen beschadigen de slijmvliezen, waardoor bacteriën en andere micro-organismen kunnen binnendringen.
De virussen kunnen op allerlei manieren overgedragen worden. Het meest effectief is via een dier dat ze uitscheidt. Echter: het kan ook via bijvoorbeeld de kleding van mensen. Het blijkt dat een natuurlijke infectie die een kat doormaakt een bescherming geeft van maximaal 2 maanden. De verschijnselen variëren sterk per dier, van heel licht tot zeer ernstig. Ook is het mogelijk dat er chronische of chronisch recidiverende klachten blijven bestaan na een doorgemaakte infectie. Dit laatste treedt met name op bij dieren die op jonge leeftijd een niesziekte-infectie doormaken. De bescherming tegen niesziekte is na enten niet 100%, omdat er veel verschillende virusstammen zijn die problemen aan de voorste luchtwegen kunnen veroorzaken. De vaccinatie zorgt met name voor het minder snel aanslaan van een infectie, een minder ernstig verloop en het sneller beter worden.
Bordetella
Bordetella is een bacterie die een rol kan spelen in het niesziektecomplex. Momenteel lijkt de rol van de Bordetellabacterie in het niesziektecomplex bij de kat in Nederland niet erg groot. Daarom is deze vaccinatie niet in het standaardvaccinatieschema opgenomen. In probleemgevallen, of bij het bezoeken van een pension, is het wel aan te raden uw kat tegen Bordetella te laten vaccineren.
Deze vaccinatie wordt als neusdruppel toegediend en geeft 1 jaar bescherming.
Hondsdolheidsvaccinatie (Rabiës)
De rabiësvaccinatie is verplicht wanneer u met uw kat naar het buitenland gaat. Voor de meeste EU-landen geldt dat uw dier minimaal 21 dagen voor vertrek gevaccineerd moet zijn en dat deze vaccinatie 3 jaar bescherming geeft. Ook dient het dier gechipt te zijn en in het bezit te zijn van een Europees Dierenpaspoort. Per land verschillen de eisen echter, soms zijn er aanvullende eisen voor reizen naar het buitenland. Het is verstandig voor vertrek te kijken op onze website bij de invoereisen. Zo zijn er landen waar een legalisatie van het rabiësformulier door de nVWA (de Voedsel- en Warenautoriteit, vroeger de RVV) nodig is. Ook zijn er landen waar een rabiëstiterbepaling nodig is. Vaak is er hierbij ook sprake van een tijdslimiet. Rabiës is een ziekte die niet te genezen is. Via een beet van een besmet dier kunnen ook mensen geïnfecteerd raken met deze levensgevaarlijke ziekte.
Omdat blijkt dat dieren na éénmalige vaccinatie met enige regelmaat niet de door sommige landen gewenste titer bereiken, is het zeer verstandig om de rabiësenting in dit geval na 4 weken te herhalen. Hiermee wordt de kans dat de titer bij de bloedafname hoog genoeg is aanzienlijk vergroot.
Kortom: voordat uw kat op reis gaat, kunt u het beste de laatste informatie opvragen bij de desbetreffende ambassade van het land waar naartoe gereisd wordt (en de landen waar eventueel doorheen gereisd wordt!).